Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het op 14 augustus 2017 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- het op 5 oktober 2017 ter griffie ontvangen verweerschrift inclusief een zelfstandig tegenverzoek
- de op 6 oktober van Flexpoint ontvangen (in het verweerschrift ontbrekende) bijlage 4
- de mondelinge behandeling op 10 oktober 2017 ter gelegenheid waarvan partijen hun standpunten nader hebben toegelicht.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“(…)
Afgelopen nacht werden we rond het tijdstip van 2.10 uur “vereerd” met het bezoek van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] . Hij belde, in beschonken toestand, aan bij terreinpoort C (hoofdpoort).
nieternstig verwijtbaar heeft gehandeld. Nu er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen in de zin van artikel 7:673 lid 7 sub c BW betekent dit dat Flexpoint in beginsel geen transitievergoeding verschuldigd is aan [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] . Op grond van artikel 7:673 lid 8 BW kan de rechter, in afwijking van artikel 7:673 lid 7 sub c BW, de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk aan de werknemer toekennen indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] is geen beroep hierop gedaan althans is niet gesteld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om hem geen transitievergoeding toe te kennen. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] derhalve te worden afgewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente daarover.
nietin strijd met artikel 7:671 BW heeft opgezegd, zal het verzoek van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] om toekenning van een billijke vergoeding, alsmede de daarover gevorderde wettelijke rente, worden afgewezen.