In deze zaak vordert de moeder, als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon, dat de stichting Citaverde College hem weer toelaat tot de lessen en andere onderwijsactiviteiten op de vestiging in Horst. De minderjarige zoon, geboren met PDD-NOS, is in de afgelopen jaren meerdere keren geschorst vanwege gedragsproblemen. Na een incident in februari 2016 heeft Citaverde besloten om de leerling tijdelijk te plaatsen binnen een Bovenschoolse Zorgvoorziening (BZV). De moeder is het hier niet mee eens en stelt dat de uitsluiting van haar zoon van het lesprogramma onrechtmatig is.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de uitsluiting van de leerling van het lesprogramma zonder een formeel schorsings- of verwijderingsbesluit niet rechtmatig is. De rechter stelt vast dat de leerling momenteel niet is geschorst of verwijderd en dat de procedure tot verwijdering niet is doorgezet. Citaverde heeft de leerling zonder instemming van de moeder geplaatst binnen de BZV, wat volgens de rechter gelijkstaat aan een verwijdering. De voorzieningenrechter oordeelt dat de moeder recht heeft op toegang tot het onderwijs voor haar zoon en dat Citaverde in de proceskosten moet worden veroordeeld. De gevorderde dwangsom wordt vastgesteld op € 500,-- per dag voor iedere dag dat Citaverde niet aan de uitspraak voldoet.