Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 oktober 2016
[verdachte] ,
Onderzoek van de zaak
De tenlastelegging
De beoordeling van het bewijs
Inleiding
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
op enig moment voorhandenhebben van de chemicaliën en goederen welke uiteindelijk op de locatie in Eindhoven zijn aangetroffen.
- 4 kunststof kruiken/kannen van 5 liter met vermoedelijk methanol;
- 19 blauwe vaatjes van 25 liter met vermoedelijk aceton;
- 20 zakken van 25 kilogram inhoudende caustic soda;
- 40 zwarte vaatjes van 25 liter, volgens de brandweer inhoudende een zuur mogelijk zoutzuur.
De bewezenverklaring
De strafbaarheid
De straf en/of de maatregel
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
De wettelijke voorschriften
De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
- veroordeelt de verdachte tot een
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.