Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 april 2016, met producties 1 tot en met 15,
- de incidentele conclusie tot primair tussenkomst, subsidiair voeging van Winterevents,
- de brief van 27 mei 2016 van de Gemeente, met producties,
- de akte houdende – onder meer – incidentele conclusie interventie van Duursma, met producties,
- de brief van Winterevents met het verzoek te bevelen de stukken aan haar te doen toekomen,
- de mondelinge behandeling van 30 mei 2016 met de pleitnota van Drawingboard en Vallentgoed, de pleitnota van Gemeente en de pleitnota van Winterevents.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
In de hoofdzaak
het organiseren van een evenement met een bezoekersaantal van tenminste 20.000 bezoekers (over de gehele periode) en een minimale duur van twaalf dagen exclusief op- en afbouwtijd, en
het organiseren van een evenement met meerdere sfeervolle onderdelen, waaronder tenminste het aanbieden van etenswaren, (alcoholische) dranken, shopping en attracties.
§ 5.2.2. van de Leidraad volgt dat de Gemeente bevoegd is om die garantie op juistheid te toetsen. Dit betekent dat bewijsmiddelen van de juistheid van die garantie kunnen worden opgevraagd, maar dat de Gemeente daartoe niet (binnen een bepaalde termijn) gehouden is. Dit volgt ook uit het eerste deel van het antwoord op vraag 1 in de eerste Nota. Met andere woorden: Winterevents behoefde niet binnen zeven kalenderdagen vanaf het moment dat haar inschrijving werd gecontroleerd een gedragsverklaring aanbesteden of een verklaring van de belastingsdienst inzake betalingsgedrag over te leggen van De Kermisgids, omdat de Gemeente daar op dat moment niet om heeft verzocht en kennelijk genoegen nam met de garantieverklaring.
mr. R.J.V.M. Batta, waarin zij verklaart dat geen van de door Drawingboard genoemde, beweerdelijk dubieuze, (rechts)personen kunnen worden verbonden met De Kermisgids in haar hoedanigheid van onderaannemer. Dat deze (rechts)personen mogelijk in de plannen figureren, hetgeen overigens niet met zoveel woorden is gesteld en ook door Winterevents en/of de Gemeente wordt ontkend, en met hun attractie op het Vrijthof zullen staan, maakt dit niet anders. Dat is niet verboden. Bovendien heeft te gelden dat de inschrijver die achteraf andere onderaannemers wil inschakelen – hetgeen op grond van § 5.2.2. tot de mogelijkheden behoort – daartoe de schriftelijke instemming van de Gemeente nodig heeft. Als door het wijzigen van de onderaannemer afbreuk wordt gedaan aan het voldoen aan de geschiktheidseisen gedurende de gehele concessie waar door Winterevents een beroep op wordt gedaan, moet de Gemeente deze vervanging weigeren, omdat het niet redelijk zou zijn dat een van de essentialia van de gunning zou komen te vervallen.