In deze zaak verzoekt de verzoekster, die als chauffeuse in dienst was, om vernietiging van haar ontslag en betaling van loon. De verzoekster was sinds 28 december 2015 ziek en heeft niet voldaan aan haar re-integratieverplichtingen. De werkgever heeft haar meerdere keren opgeroepen om aangepast werk te hervatten, maar de verzoekster is hier niet op ingegaan. Op 13 juli 2016 heeft de werkgever haar op staande voet ontslagen wegens het niet meewerken aan de re-integratie. De verzoekster stelt dat het ontslag nietig is en dat zij niet in staat was om te werken. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever voldoende heeft aangetoond dat de verzoekster in staat was om aangepast werk te verrichten en dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. Het verzoek van de verzoekster wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.