In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 november 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Snowworld Leisure N.V. De werknemer was sinds 1 oktober 2003 in dienst bij Snowworld en had verschillende functies bekleed. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst op 28 juli 2015 onverwijld opgezegd, omdat de werknemer herhaaldelijk onjuiste uren had genoteerd en te laat op het werk was verschenen. De werknemer had eerder waarschuwingen ontvangen voor vergelijkbaar gedrag, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet. De werknemer verzocht de rechtbank om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst zonder geldige reden was opgezegd en eiste een billijke vergoeding, een vergoeding voor het niet in acht nemen van de opzegtermijn en een transitievergoeding. De rechtbank oordeelde dat de opzegging terecht was, omdat de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld door de urenlijst onjuist in te vullen, ondanks eerdere waarschuwingen. De verzoeken van de werknemer werden afgewezen, en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de werkgever.