ECLI:NL:RBLIM:2015:5239

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 juni 2015
Publicatiedatum
23 juni 2015
Zaaknummer
C/03/207248 KG ZA 15-296
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie in kort geding over tentoonstelling en vrijheid van meningsuiting

In deze zaak heeft eiseres, voorzitter van de homobelangenorganisatie 'Roze Limburg', een kort geding aangespannen tegen de gemeente Maastricht en de Stichting Anti Discriminatie Voorziening Limburg (ADVL) naar aanleiding van een tentoonstelling georganiseerd door Centre Céramique. De tentoonstelling, getiteld 'Gijsen, flikker op! de bisschop en het ontstaan van Roze Zaterdag', behandelt de geschiedenis van de homobeweging en de rol van de Katholieke Kerk. Eiseres vorderde dat de gemeente en ADVL een tekst zouden opnemen in de tentoonstelling die het huidige standpunt van het bisdom Roermond over homoseksualiteit weerspiegelt, omdat zij meende dat de tentoonstelling een onjuist beeld schetst van de Katholieke Kerk en de positie van homoseksuelen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vorderingen tegen ADVL, omdat deze stichting geen beslissingsbevoegdheid heeft over de tentoonstelling. Wat betreft de gemeente heeft de rechter vastgesteld dat eiseres wel een spoedeisend belang heeft, maar dat de vorderingen niet toewijsbaar zijn. De rechter concludeert dat de gemeente recht heeft op vrijheid van meningsuiting en dat de tentoonstelling niet onrechtmatig is. Eiseres is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/207248 KG ZA 15-296
Vonnis in kort geding van 18 juni 2015
in de zaak van:
[eiseres],
wonend [adres],
[woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. A.F.J.M. Mulders,
tegen:
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE MAASTRICHT,
zetelend te Maastricht,
gedaagde sub 1,
advocaat mr. R.A.H. Vlecken,
2. de stichting
STICHTING ANTI DISCRIMINATIE VOORZIENING LIMBURG,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde sub 2,
advocaat mr. E.V.C. Savelkoul.
Partijen zullen hierna [eiseres], de gemeente en ADVL genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen van 11 juni 2015
  • de akte overlegging producties aan de zijde van [eiseres]
  • de verzoeken tot verlenging van spreektijd aan de zijde van de gemeente en ADVL
  • de akten overlegging producties aan de zijde van de gemeente en ADVL
  • de mondelinge behandeling van 18 juni 2015, waarbij zijn verschenen:
· [eiseres], bijgestaan door mr. Mulders,
· namens de gemeente mr. [naam concernjurist], concernjurist, [naam hoofd presentatie], hoofd presentatie
Centre Céramique en [naam tentoonstellingsmaker], tentoonstellingsmaker Centre Céramique,
bijgestaan door mr. Vlecken en mr. Lely,
· namens ADVL [naam directeur ADVL], directeur/bestuurder van ADVL, bijgestaan
door mr. Savelkoul.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 18 juni 2015 vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking (die is opgemaakt op
22 juni 2015).

2.De feiten

2.1.
Op initiatief van [naam directeur ADVL] (hierna: [naam directeur ADVL]) organiseert Centre Céramique - een culturele instelling die onderdeel uitmaakt van de gemeente Maastricht - in het kader van ‘Maastricht Colours You’ van 17 maart tot en met 21 juni 2015 de tentoonstelling “Gijsen, flikker op! de bisschop en het ontstaan van roze zaterdag” (hierna: de tentoonstelling).
2.2.
In een brochure uitgegeven door Centre Céramique is, onder meer, het volgende over de tentoonstelling opgenomen:
“In 1979 jaagt bisschop Joannes Gijsen heel progressief Nederland de stuipen op het lijf - en veel katholieken de kerk uit - met zijn oerconservatieve en bijna dogmatische uitspraken over het ‘echte’ katholieke geloof.
Hij is tegen de pil, tegen abortus, tegen echtscheiding, vóór het gezin en vooral heel erg tegen homoseksualiteit. Behoudende katholieken zijn het vaak met hem eens. Een grote groep homoseksuelen besluit te gaan demonstreren in de bisschopsstad Roermond tijdens het paasweekend. Na Witte Donderdag en Goede Vrijdag ontstaat daar op 14 april 1979 de eerste Roze Zaterdag. Meer dan vierduizend mensen lopen mee en scanderen de leus ‘Gijsen, flikker op!’ door de straten. Deze leus staat ook op veel spandoeken.
Op 20 juni 2015 komt Roze Zaterdag voor de vierde keer naar Limburg. Deze keer onder de naam Maastricht Colours You. Voorafgaand aan dit grote feest presenteer Centre Céramique deze tentoonstelling over het ontstaan van Roze Zaterdag en de homo-emancipatie in (het katholieke) Limburg.”
2.3.
In het persbericht geplaatst op de website van Centre Céramique is - in aanvulling op het voorgaande - opgenomen:
“(…) De tentoonstelling vertelt verhalen over de homobeweging en emancipatie toen en nu. Er zijn filmverslagen te zien, een speciaal door L1 gemaakte documentaire, heel veel foto’s uit privéarchieven, interviews, verhalen van persoonlijk betrokkenen en originele steunbetuigingen van bekende Nederlanders en politici. (…) Zonder de conservatieve bisschop was er dat jaar geen eerste Roze Zaterdag in Limburg geweest, die uiteindelijk mede aan de basis heeft gestaan aan de emancipatie van homoseksuelen in Nederland.”
2.4.
Voorafgaand aan de opening van de tentoonstelling heeft [eiseres], in haar e-mails van 6 en 10 maart 2015 gericht aan ADVL, kennisgegeven van het feit dat een delegatie van de homobelangenorganisatie 'Roze Limburg’ - waarvan [eiseres] voorzitter is - op 14 mei 2014 in gesprek is getreden met bisschop mgr. [naam 1] en hulpbisschop mgr. [naam 2] van het bisdom Roermond. Zij heeft er middels voornoemde e-mails bij ADVL op aange-drongen om het huidige standpunt van het bisdom Roermond inzake homoseksualiteit, zoals gepubliceerd op de website van het bisdom, op te nemen in de tentoonstelling.
2.5.
Aan voornoemd verzoek zijn de gemeente en ADVL - blijkens de berichtgeving van voorgenoemden van 11 maart 2015 aan [eiseres] - niet tegemoet gekomen.
2.6.
Bij brief van 8 juni 2015 heeft mr. Mulders, namens [eiseres], aan de gemeente en ADVL bericht dat de tentoonstelling, door het niet vermelden van het huidige standpunt van het bisdom Roermond,
“een verkeerd beeld wekt van de Katholieke Kerk en de positie van gelovige homoseksuelen daarin”. De tentoonstelling doet, aldus de brief, hiermee tekort aan de belangen van [eiseres]: zij voelt zich als “
homoseksueel rooms-katholiek ernstig in haar identiteit aangetast”en zij “
heeft, als voorzitter van ‘Roze Limburg’, aan geloofwaardig-heid moeten inboeten bij haar achterban”. De gemeente en ADVL is in dit kader verzocht, en voor zover nodig gesommeerd, om in de tentoonstelling en in daartoe aangewezen media melding te maken van het gewijzigde standpunt van het bisdom Roermond ten aanzien van homoseksualiteit.
2.7.
Zowel de gemeente als ADVL hebben bij brieven van 10 juni 2015 aan [eiseres] bericht niet aan de onder 2.6 genoemde sommatie te wensen voldoen.
2.8.
In een open brief getiteld
“Open brief aan organisatoren van de tentoonstelling ”Gijsen flikker op””, die op 16 maart 2015 is gepubliceerd op de websites van ‘Pink Pearls Amsterdam’ en ‘Dichtbij.nl’, heeft [eiseres] haar kritiek op de tentoonstelling geuit. In de aanloop naar dit kort geding hebben diverse media daarnaast aandacht besteed aan het tussen partijen bestaande geschil.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na wijziging van eis - verkort weergegeven - dat de voorzieningenrechter de gemeente en ADVL hoofdelijk zal veroordelen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,:
om, voor zover dit in de feitelijke beschikkingsmacht van de gemeente en/of ADVL ligt, bij de tentoonstelling “Gijsen, flikker op! de bisschop en het ontstaan van Roze Zaterdag” de tekst zoals opgenomen onder punt I van het in de dagvaarding weergegeven petitum, althans een in goede justitie te bepalen tekst, op te nemen, op een zodanige wijze dat deze voor de gemiddelde bezoeker direct duidelijk zichtbaar en leesbaar is, althans op een in goede justitie te bepalen wijze;
om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de tekst zoals opgenomen onder punt I van het in de dagvaarding weergegeven petitum, althans een in goede justitie te bepalen tekst, te doen plaatsen op de voorpagina van een regionaal dagblad, althans te plaatsen op een in goede justitie te bepalen wijze;
om, voor zover dit in de feitelijke beschikkingsmacht van de gemeente en/of ADVL ligt, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de tekst zoals opgenomen onder punt I van het in de dagvaarding weergegeven petitum, althans een in goede justitie te bepalen tekst, op hun website - op alle pagina’s welke betrekking hebben op de tentoonstelling - te doen plaatsen, op een zodanige dat deze voor de gemiddelde bezoeker direct duidelijk zichtbaar en leesbaar is en voor de duur van drie maanden, althans zolang de betreffende pagina online staat, althans op een in goede justitie te bepalen wijze en voor een in goede justitie te bepalen duur;
tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Aan haar vordering legt [eiseres] - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag. De gemeente en ADVL beogen met de tentoonstelling het publiek te informeren over het ontstaan van Roze Zaterdag en de Katholieke Kerk en homo-emancipatie in Limburg, ‘toen en nu’. Door in deze tentoonstelling geen melding te maken van het feit dat de Katholieke Kerk afstand heeft gedaan van het standpunt dat monseigneur Gijsen in 1979 heeft verwoord, schept de tentoonstelling verwarring (een onvolledig en verkeerd beeld) bij het publiek over het huidige standpunt van de Katholieke Kerk inzake homoseksualiteit. Door niet de zorg te betrachten die van een organisator/initiator verwacht mag worden, wordt onrechtmatig gehandeld jegens rooms-katholieke(n) (homoseksuelen) in het algemeen, en - vanwege gezichtsverlies als voorzitter van ‘Roze Limburg’ - jegens [eiseres] zelf in het bijzonder. Toewijzing van de vordering tot rectificatie (artikel 6:167 BW) past dan ook binnen de beperkingen die van toepassing zijn op het recht van vrijheid van meningsuiting van artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
3.3.
De gemeente en ADVL hebben de vorderingen gemotiveerd betwist. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voorop wordt gesteld dat [eiseres] haar vorderingen jegens de gemeente en ADVL heeft ingesteld in haar hoedanigheid van natuurlijk persoon. Voor zover zij met dit kort geding tracht op te komen voor een algemeen of collectief belang van rooms-katholieke(n) (homoseksuelen), is zij - nu dit geen eigen belang betreft en zij haar vorderingen niet heeft ingesteld als vereniging of stichting zoals bedoeld in artikel 3:305a BW - niet-ontvankelijk.
4.2.
Ingevolge artikel 254 Rv is de voorzieningenrechter alleen bevoegd in die spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist. Derhalve zal allereerst beoordeeld worden of [eiseres] een spoedeisend belang heeft.
4.3.
Uit hetgeen [eiseres] aan haar vorderingen jegens ADVL ten grondslag heeft gelegd kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen (spoedeisend) belang als bedoeld in artikel 3:303 BW en artikel 254 Rv worden afgeleid. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.4.
Ter mondelinge behandeling heeft ADVL onbetwist gesteld dat haar geen beslissingsbevoegdheid toekomt inzake de inrichting van de tentoonstelling en de in dit verband gedane (en nog te publiceren) media-uitingen. Vast staat dat [eiseres] al voor het entameren van dit kort geding op de hoogte was van deze handelingsonbevoegdheid van ADVL en de onmogelijkheid van ADVL om - ongeacht of zij dit vanuit doel/standpunt technisch oogpunt wenste - juridisch bezien aan het gevorderde te voldoen. Zonder nadere toelichting, die - met uitzondering van het navolgende - niet gegeven is, valt dan ook niet in te zien wat het (spoedeisend) belang van [eiseres] is om ADVL desondanks in rechte te betrekken. Dat ter mondelinge behandeling is gebleken dat het geding jegens ADVL niet zozeer is ingegeven door het gestelde onrechtmatige gedrag van ADVL met betrekking tot de tentoonstelling, maar door het algehele (dis)functioneren van ADVL als stichting en de directeur/bestuurder, [naam directeur ADVL], in het bijzonder, maakt voorgaande niet anders. Dit (ideële) belang vormt naar het oordeel van de voorzieningenrechter in dit geschil immers geen in rechte te respecteren belang.
4.5.
Voorgaande brengt mee dat [eiseres] niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vorderingen jegens ADVL.
4.6.
In tegenstelling tot hetgeen de gemeente hierover heeft aangevoerd, is de voorzieningenrechter van oordeel dat [eiseres] wél een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen jegens de gemeente. In dit licht wordt relevant geacht dat uit vaste juris-prudentie volgt dat, indien in kort geding een voorziening wordt gevraagd die ertoe strekt een einde te maken aan - als stelselmatige inbreuk op een subjectief recht aan te merken - handelingen waarvan de eisende partij doorlopend schade ondervindt, in beginsel sprake is van een spoedeisend belang. Dat, zoals de gemeente ter verweer naar voren heeft gebracht, de tentoonstelling waarop de onrechtmatige daadsactie toeziet nog maar enkele dagen voortduurt, maakt - bezien in het licht van de omstandigheid dat Roze Zaterdag op
20 juni 2015 georganiseerd wordt en de tentoonstelling derhalve nog op belangstelling kan rekenen - dit niet anders.
4.7.
Om de voorzieningen te kunnen treffen zoals gevorderd, dient in onderhavig geschil aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek,
beoordeeld te worden of de vorderingen van [eiseres] in een eventueel aanhangig te maken bodemprocedure zodanige kans van slagen hebben, dat - de wederzijdse belangen van partijen mede in aanmerking nemende - vooruitlopend daarop toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is.
4.8.
Tussen [eiseres] en de gemeente is niet in geschil dat de voor een ieder toegankelijke tentoonstelling te beschouwen is als een vorm van meningsuiting. De gemeente laat in de tentoonstelling, naar onbetwist vaststaat, enerzijds foto’s, films en replica’s zien van originele spandoeken van de eerste Roze Zaterdag in 1979 in Roermond en anderzijds - middels foto’s, steunbetuigingen van prominenten en informatieve teksten - een historisch overzicht van de geschiedenis van Roze Zaterdag en de homobeweging in Limburg. Het staat de gemeente in beginsel vrij om op de wijze die haar het beste voorkomt aandacht te vragen voor maatschappelijke kwesties, zoals het in beginsel een ieder in Nederland vrij staat om binnen de grenzen van de wet bepaalde kwesties aan het licht te brengen. Dat de gemeente een publiekrechtelijk rechtspersoon is, maakt dit niet anders. Wel heeft in dit verband te gelden dat de gemeente, in tegenstelling tot andere subjecten in civielrechtelijke relaties, bij haar handelen de geschreven en ongeschreven publiekrechtelijke beginselen in acht dient te nemen.
4.9.
Toewijzing van de vorderingen van [eiseres] zou ingevolge het voorgaande een beperking meebrengen van het in artikel 10, eerste lid van het EVRM neergelegde grondrecht van vrijheid van meningsuiting. Een dergelijke inperking is slechts mogelijk indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, zoals bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10, tweede lid EVRM).
4.10.
Nu voor een rectificatie in de zin van artikel 6:167, eerste lid BW slechts plaats is in het geval dat geoordeeld wordt, dat ter zake van onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard aansprakelijkheid bestaat uit onrechtmatige daad en een dergelijke onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) een beperking vormt die - zoals hiervoor onder r.o. 4.9. is bedoeld - bij wet is voorzien, dient zich de vraag aan of het aannemelijk is dat de bodemrechter, die geconfronteerd wordt met hetzelfde feitencomplex, zal oordelen dat de gemeente onrechtmatig jegens [eiseres] handelt.
4.11.
In dit licht is het van belang dat [eiseres] geen verbod van de tentoonstelling heeft gevorderd, zelfs niet van een onderdeel daarvan, maar enkel heeft gevorderd dat het door haar voorgestane standpunt inzake de relatie tussen de Katholiek Kerk en homoseksualiteit, in de tentoonstelling wordt opgenomen. In zoverre is niet in geschil of de tentoonstelling onnodig grievende teksten of andere uitlatingen bevat dan wel of de hierin weergegeven woorden, geschriften of beelden aanzetten tot haat, discriminatie of belediging of oproepen tot geweld. In geschil is wel of het niet opnemen van bepaalde standpunten in de tentoonstelling door de gemeente, als onrechtmatig gekwalificeerd kan worden.
4.12.
Zoals de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2008:BD9615) in dit verband terecht heeft overwogen - hetgeen overigens ook later bekrachtigd is door het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4334) - brengt de vrijheid van meningsuiting mee dat zorgvuldigheid jegens derden in acht dient te worden genomen, hetgeen bij nalatigheid (onder omstandigheden) tot inperking van de vrijheid van meningsuiting kan leiden. Deze - bij wet voorziene - beperkingen op de vrijheid van meningsuiting kunnen echter in beginsel niet leiden tot de verplichting bepaalde standpunten in te nemen die men zelf niet onder-schrijft. Daar waar de gemeente ervoor kiest een bepaald standpunt niet op te nemen in de tentoonstelling, is dit dus haar goed recht. Dat een bijzondere op de gemeente rustende zorgplicht wel zou nopen tot het aanpassen van de tentoonstelling dan wel dat dit in onderhavig geschil uit de geschreven en ongeschreven publiekrechtelijke beginselen voortvloeit, is onvoldoende gemotiveerd gesteld.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat, anders dan [eiseres] heeft betoogd, het doel van de tentoonstelling ook niet is om het standpunt van de katholieke kerk ten aanzien van homoseksuelen te tonen ‘toen en nu’, maar de emancipatie van homoseksuelen in het algemeen. [eiseres] licht er één aspect uit dat voor haar persoonlijk heel belangrijk is, maar dit brengt op geen enkele wijze mee dat zij mede kan bepalen wat hierover moet worden ‘tentoongesteld’.
4.13.
In dit kader wordt bovendien relevant geacht dat de inhoud van de tentoonstelling op een andere dan de juridische wijze aan de orde kan worden gesteld. Zo staat het [eiseres] vrij om haar mening over de tentoonstelling in de openbaarheid te laten blijken, zoals zij in aanloop naar dit kort geding ook heeft gedaan (zie r.o. 2.8).
4.14.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat in dit kort geding niet zodanige feiten en omstandigheden aannemelijk zijn geworden, dat gezegd kan worden dat de tentoonstelling, in welk opzicht dan ook, onrechtmatig is jegens [eiseres]. Dit betekent dat er onvoldoende grond bestaat om, vooruitlopend op de uitkomst van een bodemprocedure, (een van) de gevraagde voorzieningen toe te wijzen. Hetgeen de gemeente verder ter verweer heeft aangevoerd, behoeft in dit licht geen nadere bespreking.
4.15.
[eiseres] zal, als de in het ongelijke gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
De kosten aan de zijde van ADVL worden tot op heden begroot op:
griffierecht: € 613,00
salaris advocaat:
€ 400,00
totaal: € 1.013,00
De kosten aan de zijde van de gemeente worden tot op heden begroot op:
griffierecht: € 613,00
salaris advocaat:
€ 400,00
totaal: € 1.013,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
1. verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vorderingen jegens ADVL,
2. wijst de vorderingen jegens de gemeente af,
3. veroordeelt [eiseres] in de aan de zijde van ADVL gerezen proceskosten, begroot op een bedrag van € 1.013,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf twee weken na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
4. veroordeelt [eiseres] in de aan de zijde van de gemeente gerezen proceskosten, begroot op een bedrag van € 1.013,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf twee weken na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Henzen en in het openbaar uitgesproken.
type: NG