3.3.Bridge vordert na haar laatste wijziging van eis, zakelijk weergegeven, dat het de rechtbank behage bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
i.
toe te staan dat Bridge inzage neemt in de bescheiden waarop het beslag rust, die zich thans bevinden aan de [adres] te [plaats] ten kantore van de maatschap [naam maatschap] gerechtsdeurwaarders, welke maatschap als gerechtelijk bewaarder is aangesteld, al dan niet na tussenkomst van een door Bridge aan te wijzen ICT-deskundige van het ICT-bureau 4itrust, zijnde de heer [naam 1] of een collega van hem, althans een andere door de rechter in goede justitie aan te wijzen ICT-deskundige, welke ICT-deskundige zal onderzoeken welke van de bescheiden onder de sub 422 van de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van Bridge opgesomde categorieën van bescheiden vallen, teneinde te voorkomen dat Bridge inzage verkrijgt in bescheiden die niet vallen onder de sub 422 van de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie opgesomde categorieën van bescheiden;
ii.
de franchisenemers te veroordelen om binnen één week na betekening van het vonnis aan de raadsman van Bridge een afschrift of uittreksel te verstrekken van en/of inzage te geven in de bescheiden zoals genoemd in sub 422 van de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
iii.
het bepaalde onder i. op straffe van een hoofdelijke dwangsom van € 50.000,- ineens, alsmede een hoofdelijk dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat een van de franchisenemers geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft na het verstrijken van één week na betekening van het vonnis;
iv.
ten laste van de franchisenemers die voorziening te treffen ex artikel 843a Rv die de rechtbank in goede justitie geraden acht;
v.
de franchisenemers te veroordelen in de kosten van dit incident conform artikel 1019h Rv, althans een proceskostenveroordeling die de rechtbank in goede justitie geraden acht.
1.
te verklaren voor recht dat de franchisenemers:
i. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de met Bridge gesloten franchiseovereenkomsten en uit dien hoofde de boetes zoals opgenomen sub 390 van de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie zijn verschuldigd;
ii. inbreuk hebben gemaakt op de auteursrechten van BAS Holding B.V.;
iii. onrechtmatig hebben gehandeld doordat zij zich know-how van Bridge en BAS Holding B.V. - zoals te kennen uit productie 57 (lijst van Bridge documenten) - hebben toegeëigend en/of Bridge onrechtmatige concurrentie hebben aangedaan door het duurzame bedrijfsdebiet van Bridge stelselmatig en op substantiële wijze af te breken, daarbij gebruik makend van de hulpmiddelen die Bridge vertrouwelijk aan hen ter beschikking heeft gesteld;
iv. gehouden is alle schade die Bridge heeft geleden en nog zal lijden ten gevolge van de onder punt( i) en/of (ii) en/of (iii) opgenomen handelwijze te voldoen aan Bridge;
2.
de franchisenemers te bevelen met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de auteursrechten van BAS Holding B.V., meer in het bijzonder het gebruik van de Bridge documenten - zoals te kennen uit productie 57 (lijst van Bridge documenten) - of onrechtmatige vereenvoudigingen daarvan, te staken en gestaakt te houden;
3.
de franchisenemers te bevelen met onmiddellijke ingang hun post-contractuele verplichtingen uit hoofde van de franchiseovereenkomsten na te komen, waaronder begrepen doch niet beperkt tot het relatiebeding;
4.
de franchisenemers te bevelen met onmiddellijke ingang hun onrechtmatig handelen zoals omschreven onder punt 1 sub (iii) te staken en gestaakt te houden;
5.
de franchisenemers te bevelen met onmiddellijke ingang alle zich nog onder hen bevindende documenten (digitaal en hard-copy) die toebehoren aan Bridge - zoals te kennen uit productie 57 (lijst van Bridge documenten) - of waarmee auteursrecht inbreuk wordt gemaakt en/of onrechtmatig wordt gehandeld aan Bridge af te geven zonder het achterhouden van enige (digitale) kopie(ën) daarvan en te bepalen dat de in beslag genomen bewijzen door de gerechtelijk bewaarder aan Bridge dienen te worden afgegeven ex artikel 860 lid 1 Rv;
6.
het bepaalde onder 2, 3, 4, 5 en 8 op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- ineens, alsmede een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat de franchisenemers geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven na het verstrijken van twee weken na betekening van het vonnis;
7.
de franchisenemers te veroordelen tot betaling van volledige schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
9. ( alleen in de zaak van [eiser in conventie, verweerder in reconventie zaaknr. 194722 sub 1] , [eiser in conventie, verweerder in reconventie zaaknr. 194722 sub 2] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie zaaknr. 194722 sub 3] )
te verklaren voor recht dat Bridge de franchiseovereenkomst met [eiser in conventie, verweerder in reconventie zaaknr. 194722 sub 1] op goede gronden tussentijds heeft opgezegd ex art. 16.1 van de franchiseovereenkomst en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie zaaknr. 194722 sub 1] derhalve gehouden is tot betaling van een vergoeding aan Bridge ex art. 18.1 van de franchiseovereenkomst, welke vergoeding bindend zal worden vastgesteld door een aan Deloitte verbonden onafhankelijke deskundige, althans een door de rechtbank in goede justitie aan te wijzen onafhankelijke deskundige, met een veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie zaaknr. 194722 sub 1] in een bedrag van 50% van de kosten van die deskundige;
10.
de franchisenemers voor wat betref de inbreuk op auteursrechten te veroordelen in de kosten van deze procedure ex artikel 1019h Rv, waaronder expliciet begrepen de totale beslagkosten en kosten van de gerechtelijke bewaring, en voor het overige conform het liquidatietarief, met inbegrip van nakosten en daarbij te bepalen dat de franchisenemers de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zijn vanaf 14 dagen na de dag van het te wijzen vonnis.