Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 400,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 20 mei 2015, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.J.H.C. Glenz, een kort geding aangespannen tegen MainBusiness b.v., vertegenwoordigd door mr. S.J.M. Peters. De eiseres vorderde betaling van haar loon, dat sinds februari 2015 niet meer door de gedaagde werd uitbetaald. Gelijktijdig met dit kort geding werd ook een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst behandeld, dat door MainBusiness was ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang was bij de vordering van eiseres, en dat de gedaagde zich had beroepen op betalingsonmacht, maar verder geen verweer had gevoerd tegen de vorderingen van eiseres.
De kantonrechter oordeelde dat de betalingsonmacht voor rekening en risico van MainBusiness kwam en dat de gedaagde gehouden was om de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen. De rechter heeft MainBusiness veroordeeld tot betaling van het loon van eiseres, vastgesteld op € 3.400,00 bruto per maand, vanaf 1 februari 2015 tot 1 juni 2015, de datum waarop de arbeidsovereenkomst ontbonden zou worden. Daarnaast is MainBusiness veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 722,19. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.P. van Unen, die de zaak heeft behandeld. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de verantwoordelijkheden van werkgevers bij loonbetalingen en de gevolgen van betalingsonmacht verduidelijkt.