Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1],
[eiseres sub 2],
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, hebben eisers een vordering ingediend tegen gedaagde met betrekking tot de kosten van een voorlopig deskundigenbericht. De procedure begon met een dagvaarding op 12 december 2014, gevolgd door een comparitiezitting op 16 maart 2015, waar partijen een minnelijke regeling bereikten. De eisers vorderden dat gedaagde de kosten van het deskundigenbericht zou dragen, maar gedaagde betwistte dit en stelde dat de kosten onderdeel uitmaakten van de schikking die was bereikt.
De kantonrechter oordeelde dat de kosten van het deskundigenbericht, die door de staat waren voorgeschoten, voor rekening van de eisers komen. De rechter verwees naar de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en concludeerde dat er geen grond was om gedaagde te veroordelen tot betaling van een deel van de deskundigenkosten. De getroffen schikking hield in dat ieder der partijen zijn eigen kosten draagt, en de rechter wees de vordering van eisers af.
De beslissing van de kantonrechter was dat eisers het voorlopig in debet gestelde bedrag van € 1.789,59 aan de griffier moesten voldoen. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken op 29 april 2015.