ECLI:NL:RBAMS:2013:9770
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling en veroordeling van kosten deskundigen in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 12 september 2013 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek op grond van artikel 205 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.F. Klungers, heeft een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap Achmea Schadeverzekeringen N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. A.V.M. van Dijk. De procedure betreft de vaststelling en veroordeling van de kosten van deskundigen die door de rechtbank zijn benoemd in eerdere beschikkingen. De deskundigen, G.J. Kruithof en R.E.E.M. Artoos, hebben hun rapporten uitgebracht, waarna partijen hebben aangegeven dat zij een schikking hebben getroffen en geen bodemprocedure zullen volgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het loon van de deskundigen, in totaal € 10.470,02, door beide partijen moet worden gedragen. De verzoeker heeft aangevoerd dat Achmea als de in het ongelijk gestelde partij moet worden beschouwd, terwijl Achmea stelt dat de verzoeker slechts gedeeltelijk in het gelijk is gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat, aangezien partijen een minnelijke regeling hebben getroffen, er geen basis is voor een beslissing over wie de kosten van de deskundigen moet dragen. De rechtbank heeft besloten dat beide partijen elk de helft van de kosten van de deskundigen moeten voldoen, wat resulteert in een veroordeling van zowel de verzoeker als Achmea tot betaling van € 5.235,01 aan de griffier.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. R.A. Dudok van Heel.