Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de rechtbank bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan;
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf en/of maatregel
8.De benadeelde partij
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
taakstraf voor de duur van 60 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf, naar rato van twee uur per dag;
een proeftijd van twee jaar de algemene voorwaarde(n) of de bijzondere voorwaarde(n) heeft overtreden;
- stelt als algemene voorwaarde(n) dat de verdachte
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en,
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarde(n) dat de verdachte
- veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige in zijn vordering niet-ontvankelijk;
de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
1 dag jeugddetentie, met dien verstande dat de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;
de kostendoor de benadeelde partij [slachtoffer] in het kader van deze procedure gemaakt, begroot op
€ 1.
302,
75, alsmede in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken.