In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 10 december 2015, wordt de einduitspraak na een bestuurlijke lus behandeld in een zaak betreffende de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts geen reden heeft om te twijfelen aan de juistheid en volledigheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 14 april 2015. De rechtbank stelt vast dat het onderzoek naar de mate van arbeidsongeschiktheid altijd een retrospectief karakter heeft en dat de datum van het onderzoek niet automatisch betekent dat de uitkomsten niet relevant zijn voor de datum in geding. Eiser heeft geen objectieve medische gegevens overgelegd die zijn standpunt onderbouwen dat de derde partij op de datum in geding medische beperkingen had die niet in de FML zijn opgenomen. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat het ziekteverzuim van de werknemer van eiser niet excessief is en dat van eiser kan worden verlangd dat hij zijn werknemer tewerkstelt. De rechtbank verklaart het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede bestreden besluit gegrond, vernietigt dit besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.