10.1.De rechtbank stelt vast dat in geen enkele beroepsprocedure van gemachtigde van eiser van de zitting van 5 november 2015, waarop ook het onderhavige beroep is behandeld, eiser of eiseres is verschenen. Gelet hierop en gelet op de zeer ruime formulering van de machtiging (zoals genoemd in rechtsoverweging 10) overweegt de rechtbank dat niet valt af te leiden of degene die de machtiging heeft verstrekt zich ervan bewust is dat gemachtigde van eiser optreedt of op zal treden in de procedure waarin de machtiging is gevraagd. Daarnaast is het de rechtbank opgevallen dat uit de machtiging volgt dat eisers door ondertekening gemachtigde machtigen tot het aannemen van vergoedingen voor proceskosten, griffierecht en dergelijke (waaronder ook dwangsommen kunnen vallen) en dat verder niet is gebleken of en in hoeverre gemachtigde vervolgens deze vergoedingen aan eisers uitkeert.
11. Voorts heeft gemachtigde van eiser zijn Wob-verzoeken in de meeste gevallen ‘verkapt’ ingediend. De informatieverzoeken zijn veelal neergelegd in administratieve beroepen tegen de verkeersboetes, hetgeen de herkenning van het Wob-verzoek als zodanig kan bemoeilijken. Van belang hierbij is dat in deze brieven bij ‘Betreft’ nimmer de woorden ‘Wob-verzoek’ of woorden van gelijke strekking zijn gebruikt. In het onderhavige geval heeft de gemachtigde van eiser in zijn Wob-verzoek, ingediend bij de CVOM, bij ‘Betreft’ de woorden ‘Administratief beroep’ gebruikt. Dat uit de inhoud van de brief vervolgens wél blijkt dat het om een Wob-verzoek gaat, doet volgens de rechtbank in zoverre niet af aan de mogelijke bemoeilijking van de herkenning van het verzoek. Van bestuursorganen hoeft immers niet te worden verwacht dat zij elk poststuk integraal lezen om ze vervolgens te kunnen sorteren om ze naar de juiste afdeling onder de juiste noemer door te zenden, terwijl van een professionele rechtsbijstandverlener toch mag worden verwacht dat hij duidelijk en zo specifiek en volledig mogelijk is in zijn omschrijving van het onderwerp van de brief. Daarbij komt dat onder de kop ‘Met verzoek’ slechts is samengevat dat verzocht wordt om gegrondverklaring van het administratief beroep en om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank stelt vast dat het algemeen gebruikelijk is dat onder de kop ‘verzoek’ in een dergelijke brief een samenvatting wordt gegeven van waarom is verzocht in de desbetreffende brief. De rechtbank overweegt dat gemachtigde van eiser met zijn handelwijze moet hebben geweten dat het de praktische werkbaarheid en daarmee de tijdige besluitvorming onnodig kan bemoeilijken.
12. In het verlengde van rechtsoverweging 11 acht de rechtbank van belang dat, behalve de Wob-verzoeken, ook de ingebrekestellingen die de gemachtigde van eiser veelvuldig aan diverse verweerders heeft verzonden, in de meeste gevallen ‘verkapt’ zijn ingediend. Zo is bij ‘Betreft’ in deze brieven nimmer de term ‘ingebrekestelling’ opgenomen, maar zijn termen als ‘klacht’, ‘rappel’, ‘geen besluit bezwaarschrift’, opgenomen, zoals ook in deze zaak in de ingebrekestelling van 13 februari 2014 het geval is. Voorts wordt ook in de inhoud van de brieven in de meeste gevallen het woord ‘ingebrekestelling’ of een vervoeging daarvan of het woord ‘dwangsom’ dan wel een woord van gelijke strekking, vermeden. De rechtbank wijst erop dat ook hier van een professionele rechtsbijstandverlener mag worden verwacht dat hij duidelijk, specifiek en volledig is in zijn omschrijving. Deze verkapte wijze van in gebreke stellen bemoeilijkt de herkenning, hetgeen de gemachtigde van eiser moet hebben geweten.
13. Voorts is van belang dat gemachtigde zijn correspondentie met grote regelmaat aan een verkeerd faxnummer of onder vermelding van een verkeerd postbusnummer aan verweerder heeft verzonden, terwijl het juiste faxnummer en postadres aan hem in eerdere zaken en de onderhavige zaak is meegedeeld en derhalve bekend was.