ECLI:NL:RBLIM:2015:10203
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van mensensmokkel en drugshandel met toepassing van Vidgen jurisprudentie
Op 8 december 2015 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Vietnam. De zaak betreft twee feiten: mensensmokkel en het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en hasjiesj. De verdachte werd bijgestaan door mr. D.M. Penn, advocaat te Maastricht. Tijdens de zitting op 24 november 2015 zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De tenlastelegging omvatte het helpen van een Vietnamese vrouw, [betrokkene 1], bij haar toegang tot en verblijf in Nederland, en het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid drugs in de woning van de medeverdachte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van [betrokkene 1] niet meer traceerbaar zijn, waardoor de verdediging niet in staat was haar te ondervragen. Dit leidde tot de conclusie dat het gebruik van haar verklaringen voor bewijs in strijd zou zijn met het recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat de toegang of het verblijf van [betrokkene 1] wederrechtelijk was. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het eerste feit.
Wat betreft het tweede feit, het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en hasjiesj, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen. De verdachte woonde samen met de medeverdachte, maar er was geen bewijs dat zij op de hoogte was van de drugs in de woning. De rechtbank sprak de verdachte ook vrij van dit feit. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 8 december 2015.