In deze zaak heeft de kantonrechter te Roermond op 7 december 2015 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke procedure tussen een werknemer en zijn werkgever, de besloten vennootschap [X] Reizen B.V. De werknemer, die sinds 1 mei 1999 als oproep touringcarchauffeur in dienst was, verzocht om vernietiging van een op 24 september 2015 gegeven ontslag op staande voet. Dit ontslag was gebaseerd op het achterhouden van een contante betaling van € 450,00 door de werknemer, die hij niet op de voorgeschreven wijze had afgestort. De werknemer voerde aan dat hij recht had op een billijke vergoeding en een transitievergoeding, maar de kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was en dat er geen grond was voor toekenning van vergoedingen.
De werkgever had op haar beurt zelfstandige verzoeken ingediend, waaronder een verzoek tot veroordeling van de werknemer tot betaling van een wettelijke schadevergoeding en een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer een dringende reden voor ontslag op staande voet had aangereikt en dat de verzoeken van de werkgever ook niet voor toewijzing in aanmerking kwamen. De kantonrechter wees alle verzoeken en tegenvorderingen af en compenseerde de proceskosten, zodat elke partij haar eigen kosten zou dragen. Deze uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan ontslag op staande voet worden gesteld en de gevolgen van verduistering in dienstbetrekking.