ECLI:NL:RBLIM:2014:9099
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. Schutte
- J.H. Klifman
- J.A.A.C. Claessen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ISD-maatregel wegens gebrek aan behandelplan en prognose
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 24 oktober 2014 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel die eerder aan de verdachte was opgelegd. De verdachte, die in een inrichting voor stelselmatige daders was geplaatst, had elf maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis nog steeds geen behandelplan ontvangen. De rechtbank constateerde dat er geen adequate behandeling meer kon worden geboden binnen de resterende termijn van de ISD-maatregel, omdat er geen prognose kon worden gegeven over de wachttijden voor de juiste behandelsetting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het uitblijven van een behandelplan en dat de voortzetting van de maatregel niet meer aangewezen was.
De procesgang begon met een vonnis van 25 oktober 2013, waarin de verdachte de ISD-maatregel was opgelegd voor de duur van twee jaar. Na negen maanden zou er een beoordeling plaatsvinden over de noodzaak van voortzetting van de maatregel. Tijdens de zitting op 24 oktober 2014 werd de verdachte gehoord, evenals zijn raadsman en de officier van justitie. De officier pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de raadsman vroeg om beëindiging, omdat er geen vooruitgang was geboekt in de behandeling.
De rechtbank concludeerde dat er na elf maanden nog steeds geen behandelplan was en dat de verdachte, gezien zijn ernstige persoonlijkheidsproblematiek, een langdurige behandeling nodig had. De rechtbank hanteerde het beslissingskader van een eerder arrest van het Gerechtshof Arnhem, waarin werd vastgesteld dat de voortzetting van de maatregel niet zinvol was door omstandigheden buiten de macht van de verdachte. Uiteindelijk besloot de rechtbank de voortzetting van de ISD-maatregel te beëindigen, omdat er geen adequate behandeling meer kon worden geboden.