Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
eisende partij,
MAASLAND HUIZEN BEHEER B.V.,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de conclusie van repliek met productie,
- de conclusie van dupliek,
- het tussenvonnis van 21 mei 2014,
- de akte overlegging producties van [eiser].
2.De feiten
3.Het geschil
1. primair beide bemiddelingsovereenkomsten nietig te verklaren en zijn vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling ter hoogte van € 666,44 toe te wijzen vermeerderd met wettelijke rente,
2. subsidiair de bemiddelingsovereenkomst met betrekking tot de huur van K6 te vernietigen en de bemiddelingsovereenkomst met betrekking tot de huur van K7 nietig te verklaren en de vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling ter hoogte van € 666,44 toe te wijzen vermeerderd met wettelijke rente,
3. Maasland te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure.
4.De beoordeling
vernietigingvan een
rechtshandeling, niet voor een rechtsvordering die is gebaseerd op onverschuldigde betaling en waaraan (mede)
nietigheidvan een
beding- als bedoeld in artikel 7:264 lid 2 BW - ten grondslag wordt gelegd.