Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 juni 2014 in de zaak tussen
[eisers], te [woonplaats], eisers
de Burgemeester van de gemeente Beesel, verweerder
[naam vergunninghoudster], te Reuver.
Procesverloop
Overwegingen
(ECLI:NL:RBROE:2011:BT6785)heeft de rechtbank:
(ECLI:NL:RVS:2013:BZ1248)heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen, bevestigd.
(ECLI:NL:RBROE:2012:4297)heeft de rechtbank het beroep van eisers daartegen gegrond verklaard op de (formele) grond dat ten tijde van het bestreden besluit het noodzakelijke aanwijzingsbesluit van de raad van de gemeente Beesel van 18 oktober 2010 niet was gepubliceerd en derhalve niet in werking was getreden. Op inhoudelijke gronden, mede in acht genomen dat het aanwijzingsbesluit inmiddels wel is gepubliceerd, zijn vervolgens de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit door de rechtbank geheel in stand gelaten. De Afdeling heeft bij uitspraak van 12 maart 2014
(ECLI:NL:RVS:2014:816)het hoger beroep van eisers tegen de uitspraak van de rechtbank van 21 december 2012 gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover daarbij de rechtsgevolgen in stand zijn gelaten. Vervolgens heeft de Afdeling bepaald dat de rechtsgevolgen in stand blijven, behoudens voor zover verweerder heeft nagelaten aan de verleende omgevingsvergunning een voorschrift te verbinden, inhoudende dat het vergunde terras een grootte heeft van maximaal 27,41 m², aan de bij het besluit van
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij exploitatievergunning is verleend voor een terras met een maximale grootte van 30,75 m²;
- bepaalt dat de exploitatievergunning geldt voor een terras met een maximale grootte van 27,41 m²;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit voor zover dat is vernietigd;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 156,00 aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 271,64 te betalen aan eisers.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2014.