In deze zaak, die voor de kantonrechter te Roermond is behandeld, gaat het om een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een gedaagde die effectenleaseovereenkomsten met Dexia heeft gesloten. De gedaagde heeft twee overeenkomsten afgesloten waarbij hij met geleend geld heeft belegd. Dexia vordert betaling van een restschuld van € 16.404,22, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden en dat de overeenkomsten niet geschikt waren voor zijn beleggingsdoelstelling.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dexia inderdaad haar zorgplicht heeft geschonden. De rechter oordeelt dat de gedaagde nauwelijks tot geen eigen schuld kan worden verweten, aangezien hij niet over de kennis en ervaring beschikte om de risico's van de effectenleaseovereenkomsten te begrijpen. Bovendien heeft Dexia, door de rol van SpaarSelect als cliëntenremisier, onrechtmatig gehandeld door de orders te accepteren, terwijl SpaarSelect niet onafhankelijk was en de gedaagde misleidde.
De kantonrechter concludeert dat Dexia de overeenkomsten had moeten ontraden, gezien de financiële situatie van de gedaagde en zijn beleggingsdoelstelling. De vordering van Dexia wordt afgewezen, en Dexia wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. Dit vonnis is uitgesproken op 12 februari 2014 door mr. J. Schreurs-van de Langemheen, kantonrechter.