3.3. Anders ligt het ten aanzien van de specifieke risico’s van dit contract. Dexia meent dat het voormelde arrest het laatste woord is over dwaling in alle mogelijke zaken betref-fende aandelenlease, maar dat is onjuist, zoals namens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] met juistheid is uitge-legd. Mogelijk heeft Dexia het uitgaande van haar uitleg van het arrest niet nodig gevonden om in te gaan op de feiten die [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in dit kader heeft aangevoerd, maar die misrekening moet voor risico van Dexia blijven. De volgende feiten zijn niet of onvoldoende weersproken en worden daarom vastgesteld:
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft een MTS-opleiding en was werkzaam als instrumentenmaakster, toen zij op 23-jarige leeftijd volledig arbeidsongeschikt werd. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst tot effectenlease was [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een alleenstaande vrouw van 31 jaar. Zij ontving een arbeidsongeschiktheidsuitkering van slechts € 763,70 netto per maand. Zij had al vanaf haar vroege jeugd gespaard. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft altijd een laag besteedbaar inkomen gehad. Haar inkomen is door haar arbeidsongeschiktheid nog minder geworden, zodat zij sindsdien niet tot nauwelijks kon sparen. Omdat zij al vanaf haar 23e jaar arbeidsongeschikt is geworden, heeft zij nauwelijks tot geen pensioen opgebouwd. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] wilde om haar financiële toekomst veilig te stellen een hoger rendement op haar spaargeld realiseren. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst tot effectenlease stond er een bedrag van ƒ 8.507,05, ofwel € 3.860,33 op haar spaarrekening. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] wilde dit spaargeld gebruiken voor haar oudedagsvoorziening.
Naar aanleiding van een paginavullende krantenadvertentie van Dexia over de WinstVerDriedubbelaar heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] met Dexia contact opgenomen om daarnaar te informeren. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] kon en wilde absoluut geen risico lopen om geld kwijt te raken en heeft daarom gevraagd of er financiële risico’s aan het product kleefden. Uit de bewoordingen van de medewerker van Dexia begreep [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat er geen risico’s aan het product waren verbonden. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft afgaande op de informatie van Dexia de overeenkomst gesloten. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft toen haar spaargeld ad € 3.860,33 grotendeels gebruikt om de rente tot een bedrag van € 2.928,96 ineens en vooraf aan Dexia te voldoen. Uit haar inkomen had zij de termijnen niet kunnen voldoen.
Het product, de WinstVerDriedubbelaar, vertoonde de volgende essentiële gebreken: een te geringe spreiding, een te korte looptijd, hoge rente en kosten, geen mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging en geen mogelijkheid om verliezen af te dekken (geen put opties). De rente en kosten waren zo hoog dat een redelijk rendement in een normale markt bij voorbaat uitgesloten was. Om alleen maar de lening met rente terug te betalen moesten de effecten vaak met 7 % of meer per jaar stijgen. Bij een dalende markt werd onmiddellijk verlies geleden. Bij dit contract vindt de aankoop van de aandelen plaats in pakketten, telkens aan het begin van ieder contractjaar, en wel door middel van een call optie. Bij koersdaling ontstaat direct een groot verlies vanwege de verplichting om de aandelen tegen de reeds overeengekomen prijs te kopen.
Zo kocht Dexia het tweede en derde pakket aandelen aan tegen een prijs van € 5.169,92 toen de waarde slechts € 3.432,74, respectievelijk nog slechts € 2.108,40 bedroeg.
Deze specifieke gebreken en risico’s zijn niet van algemene bekendheid. Daarvoor is kennis, inzicht en ervaring nodig, waarover [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet beschikte. Zij had geen verstand van een ingewikkelde aandelenleaseconstructie met call opties als de WinstVerDriedubbelaar.
Dexia heeft nagelaten informatie te verschaffen over de voormelde specifieke risico’s van dit product, in het bijzonder voor het geval de koersen zouden dalen.
Nadat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] had geïnformeerd naar aanleiding van de voormelde advertentie werd zij bestookt met brieven en brochures. Zij heeft de brieven en brochures van 21 september 2000, 12 oktober 2000, 2 en 23 november 2000 bewaard. Daarin werd de effecten omschreven als “solide” en “stuk voor stuk betrouwbare en vooraanstaande hoofdfondsen”. Het tegendeel was echter waar. De aandelenfondsen (Aegon, KPN, Wolters Kluwers) vertoonden in de twee jaren voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst een zeer instabiel koersverloop met structureel dalende koersen. Het gemiddelde koersverlies was tussen 4 januari 1999 en 6 december 2000 (datum aankoop effecten voor [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ) ruim 55 %. Maar in de brief en brochure van 23 november 2000 heeft Dexia vermeld: “
over de laatste 7 periodes van 3 jaar bedroeg de stijging van het aandelenpakket Aegon, KPN, Wolters Kluwers gemiddeld 28 %.”
3.4. Dit is zonder meer misleidende informatie. Met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is de kantonrechter van oordeel dat Dexia aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] had behoren mee te delen, dat de koersdaling over de laatste twee jaren (tussen 4 januari 1999 en 6 december 2000) voor Aegon 66 % bedroeg, voor KPN 68 % en voor Wolters Kluwers 33 %, alles in een structureel dalende markt. Dit was essentiële informatie. Voorts heeft Dexia nagelaten informatie te verschaffen over de voormelde specifieke risico’s van dit product, in het bijzonder in verband met de optieconstructie voor het geval de koersen zouden dalen. De kantonrechter onderschrijft de conclusie van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat zij bij een juiste voorstelling van zaken door Dexia de overeenkomst niet zou hebben gesloten. Het beroep op dwaling slaagt, zodat de daarop gebaseerde vorderingen in reconventie zullen worden toegewezen en de verminderde vordering in conventie zal worden afgewezen.