ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ4364
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige uithuisplaatsing van een minderjarige in gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 maart 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot voorlopige uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [de minderjarige], in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De minderjarige staat sinds 17 februari 2011 onder toezicht van bureau jeugdzorg en verblijft momenteel in Gastenhof te Urmond. De moeder van de minderjarige oefent alleen het ouderlijk gezag uit. De kinderrechter heeft eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die op 1 februari 2013 is verlengd. Bureau jeugdzorg heeft in het verzoekschrift aangegeven dat de minderjarige zich niet aan de regels houdt en dat er zorgen zijn over haar veiligheid en ontwikkeling. De gedragswetenschapper heeft geconcludeerd dat de minderjarige een gesloten behandelomgeving nodig heeft om haar ontwikkelingsproblemen aan te pakken.
Tijdens de zitting heeft de minderjarige verklaard dat zij zich niet veilig voelt in Gastenhof en dat zij heeft weggelopen. De advocaat van de minderjarige heeft betoogd dat de zorgen van bureau jeugdzorg voornamelijk op vermoedens zijn gebaseerd en dat er geen concrete aanwijzingen zijn voor problematisch gedrag. De moeder van de minderjarige heeft zich verzet tegen de voortzetting van de uithuisplaatsing en heeft zorgen geuit over de situatie in Gastenhof.
De kinderrechter heeft overwogen dat er voldoende zorgen zijn over de ontwikkeling en veiligheid van de minderjarige, maar dat de noodzaak voor een gesloten plaatsing niet volledig is aangetoond. De kinderrechter heeft besloten om een voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van vier weken, terwijl de beslissing over de machtiging tot gesloten plaatsing wordt aangehouden. Tevens is de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om advies te geven over de noodzaak van een machtiging tot uithuisplaatsing.