In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 3 juli 2013 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die in 1999 te Bergeijk zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.C.M. Muris, heeft verzocht om de echtscheiding en heeft een ouderschapsplan ingediend. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.D.D. Burhenne, heeft verweer gevoerd en ook een zelfstandig verzoek ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding uitgesproken. De hoofdverblijfplaats van de minderjarige [minderjarige 1] is bij de man vastgesteld, terwijl de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] bij de vrouw is bepaald. De rechtbank heeft ook een zorgregeling vastgesteld, waarbij de kinderen om en om bij beide ouders verblijven.
Daarnaast heeft de rechtbank de alimentatieverplichtingen van de man vastgesteld. De vrouw heeft verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, alsook een partnerbijdrage. De rechtbank heeft de behoefte van de kinderen en de vrouw beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van de Werkgroep Alimentatienormen. De man is in staat geacht om de vastgestelde bijdragen te betalen, ondanks zijn financiële verplichtingen aan schuldeisers. De rechtbank heeft de maandelijkse bijdragen voor de kinderen en de partnerbijdrage vastgesteld en bepaald dat de man deze bedragen aan de vrouw moet betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en elke partij draagt zijn eigen proceskosten.