ECLI:NL:RBLEE:2012:BV5590
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van BPM-heffing in relatie tot communautair recht en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de besluiten van de inspecteur van de Belastingdienst inzake de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) voor twee gebruikte personenauto's. Eiser heeft aangifte gedaan van BPM voor beide voertuigen, maar de inspecteur heeft de door eiser voldane bedragen gehandhaafd. Eiser stelt dat hij teveel BPM heeft betaald en dat de 12%-regeling in strijd is met het Europese recht. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de vergelijkbaarheid van de auto's en de toepassing van het historische BPM-tarief. De rechtbank concludeert dat eiser niet is benadeeld, omdat de BPM die hij heeft voldaan niet hoger is dan de rest-BPM die op vergelijkbare binnenlandse auto's rust. De rechtbank verklaart het beroep voor de eerste auto gegrond, maar voor de tweede auto ongegrond. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding toegewezen voor de gegronde zaak, terwijl voor de andere zaak geen aanleiding is voor vergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan op 7 februari 2012.