Beoordelingskader
3.1 Op grond van artikel 16, eerste lid, van de Arbowet worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld in verband met arbeidsomstandigheden van de werknemers. Op grond van het tiende lid zijn de werkgever en de werknemers verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden vastgesteld bij of krachtens de op grond van dit artikel vastgestelde algemene maatregel van bestuur voor zover en op de wijze als bij of krachtens deze maatregel is bepaald.
Op grond van artikel 33, tweede lid, van de Arbowet wordt als overtreding aangemerkt het niet naleven van artikel 16, tiende lid, voor zover het niet naleven van de in dat artikellid bedoelde voorschriften en verboden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is aangemerkt als overtreding. Ter zake van de overtredingen, bedoeld in de vorige zin, wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald of een bestuurlijke boete kan worden opgelegd van de eerste of tweede categorie.
3.2 Op grond van artikel 7.4, derde lid, van het Arbobesluit is een arbeidsmiddel zodanig geplaatst, bevestigd of ingericht en wordt een arbeidsmiddel zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordoet zoals verschuiven, omvallen, kantelen, getroffen worden door het arbeidsmiddel of onderdelen daarvan, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk is voorkomen.
Op grond van artikel 9.1 van het Arbobesluit is de werkgever verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden welke bij of krachtens dit besluit zijn vastgesteld, met uitzondering van de artikelen 1.25, 2.6, 2.26 tot en met 2.29, 2.32 tot en met 2.34 en 7.21.
3.3 In beleidsregel 33, vierde lid, aanhef en onder b, van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (hierna: de beleidsregels), is vermeld dat bij de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete één of meer van de volgende factoren aan de orde kunnen zijn die achtereenvolgens leiden tot verlaging van het al dan niet op bedrijfsgrootte gecorrigeerde verdubbelde normbedrag:
1°. indien de werkgever aantoont dat hij de risico’s van de werkzaamheden waarbij de overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven, zich heeft voorgedaan voldoende heeft geïnventariseerd en op grond daarvan de nodige maatregelen heeft getroffen en deugdelijke, voor de arbeid geschikte, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking heeft gesteld, wordt de bestuurlijke boete met eenderde gematigd;
2°. indien de werkgever bovendien aantoont dat hij voldoende instructies heeft gegeven, wordt de bestuurlijke boete met nog eenderde gematigd;
3°. indien de werkgever bovendien aantoont dat hij adequaat toezicht heeft gehouden, wordt geen bestuurlijke boete opgelegd.
3.4 Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een overtreding van artikel 7.4, derde lid, van het Arbobesluit. De gitterbox en de vorkheftruck zijn niet zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordoet zoveel mogelijk is voorkomen.
3.5 De rechtbank is van oordeel dat eiseres kan worden aangemerkt als overtreder, omdat zij ten tijde van het ongeval werkgever was van de stagiair en het legen van de gitterbox in de container onderdeel uitmaakte van diens werkzaamheden. De rechtbank volgt eiseres niet in haar betoog dat de stagiair geen opdracht heeft gekregen om de gitterbox te legen en dat dit niet tot het opruimen van de bedrijfsloods behoort. Blijkens de verklaring van de stagiair heeft loodsmedewerker [de loodsmedewerker] hem op 27 mei 2010 de opdracht gegeven om de bedrijfsloods op te ruimen en de gitterbox te legen in de container. Dit wordt bevestigd door de verklaring van [X], een andere stagiair. Uit de verklaring van [de loodsmedewerker] leidt de rechtbank af dat het opruimen van de bedrijfsloods behoorde tot de normale werkzaamheden van de stagiair. Dit wordt door eiseres ook niet bestreden. Uit de verklaring van [de loodsmedewerker] leidt de rechtbank verder af dat het leegmaken van de gitterbox onderdeel uitmaakt van het opruimen van de bedrijfsloods. Volgens [de loodsmedewerker] had de stagiair dit al vaker gedaan en kon hij daar zelf initiatief in nemen. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaringen van de stagiair, [X] en [de loodsmedewerker].
3.6 Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat haar ter zake van de overtreding geen enkel verwijt valt te maken. De rechtbank is van oordeel dat niet is voldaan aan de eerste van de drie (cumulatieve) matigingsgronden die zijn neergelegd in beleidsregel 33, vierde lid, aanhef en onder b, van de beleidsregels. Daarom heeft verweerder terecht geen aanleiding gezien om de boete te matigen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij de risico's van de werkzaamheden waarbij zich de overtreding heeft voorgedaan, voldoende heeft geïnventariseerd en op grond daarvan de nodige maatregelen heeft getroffen. Naar het oordeel van de rechtbank is het evident dat het legen van een gitterbox, gevuld met afvalhout, in een 2,5 meter hoge container risico's met zich meebrengt. Eiseres heeft deze risico's niet geïnventariseerd en daarvoor geen maatregelen getroffen. Eiseres heeft de risico's van het gebruik van een vorkheftruck wel geïnventariseerd. Daarbij is als risico aangemerkt het gebruik van een vorkheftruck door jeugdige personen. Met het oog op dit risico heeft eiseres bepaald dat personen onder 16 jaar geen vorkheftruck mogen besturen en dat personen tussen 16 en 18 jaar een vorkheftruck slechts onder deskundig toezicht mogen besturen. In dit geval heeft eiseres de laatstgenoemde maatregel echter niet toegepast. De stagiair was ten tijde van het ongeval 16 jaar. Hij heeft een vorkheftruck gebruikt om de gitterbox op te tillen, de bedrijfsloods uit te rijden en bij de container op te heffen. Buiten de bedrijfsloods was geen enkel toezicht. De omstandigheden dat verweerder veel aandacht besteedt aan veiligheid, dat de stagiair een gediplomeerd vorkheftruckchauffeur is en dat de stagiair wist dat hij de vorkheftruck niet als trap mocht gebruiken, doen aan het voorgaande niet af. Het was aan eiseres om de risico's bij het legen van de gitterbox en het gebruik de vorkheftruck voldoende te inventariseren en de nodige maatregelen te treffen. Nu niet is voldaan aan de eerste matigingsgrond, kunnen de overige matigingsgronden buiten beschouwing blijven.
3.7 In hetgeen eiseres heeft aangevoerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat eiseres onevenredig wordt getroffen door de opgelegde boete.
3.8 Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep ongegrond is.