ECLI:NL:RBLEE:2011:BP5203
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.G. Wijtsma
- J.R. Leegsma
- Rechtspraak.nl
Uitleg begrip tegenspraak in het kader van vergoedingen rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 17 februari 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen mr. J.M. Jansen, advocaat te Peize, en de Raad voor Rechtsbijstand Leeuwarden, thans het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand Utrecht. De zaak betreft de uitleg van het begrip 'tegenspraak' zoals bedoeld in artikel 8 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (Bvr). Jansen had een toevoeging ontvangen voor rechtsbijstand in een echtscheidingsprocedure, maar de Raad had de vergoeding voor zijn diensten verlaagd omdat er volgens hen geen tegenspraak was gevoerd door Jansen namens zijn cliënt, [B]. Jansen heeft hiertegen beroep aangetekend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er wel degelijk sprake was van tegenspraak, aangezien Jansen namens [B] een verweerschrift had ingediend waarin de alimentatievordering van [A] werd betwist. De rechtbank oordeelde dat de Raad ten onrechte de kortingsregeling had toegepast, omdat de tegenspraak binnen het kader van de procedure was gevoerd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de Raad en herstelde de vergoeding op basis van tien punten, zonder toepassing van de kortingsregeling.
Daarnaast heeft de rechtbank de Raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die Jansen heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep. De totale vergoeding voor de proceskosten werd vastgesteld op € 177,07. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.