Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiseres is een wielersportvereniging en is als zodanig ondernemer voor de omzetbelasting.
1.2 Op 9 januari 2006 heeft verweerder een bezoek gebracht aan eiseres. Verweerder heeft zijn bevindingen van dit bezoek vastgelegd in een brief, gedateerd 13 januari 2006, en deze verzonden aan de toenmalige gemachtigde van eiseres, de heer [toenmalige gemachtigde].
1.3 Bij brief van 14 september 2006 heeft de toenmalige gemachtigde van eiseres, de heer [toenmalige gemachtigde], verweerder verzocht om aan eiseres naheffingsaanslagen omzetbelasting op te leggen over de jaren 2004 en 2005.
1.4 Op basis van het onder 1.3 genoemde verzoek heeft op 16 november 2006 een bespreking plaatsgevonden tussen eiseres en verweerder. Verweerder heeft de bevindingen van deze bespreking vastgelegd in een brief gedateerd 7 december 2006, en deze verzonden aan de toenmalige gemachtigde van eiseres, de heer [toenmalige gemachtigde].
1.5 Op 22 maart 2007 heeft tussen eiseres en verweerder een nadere bespreking plaatsgevonden, onder andere over de over eerdere kalenderjaren verschuldigde omzetbelasting. Tijdens deze bespreking spreken eiseres en verweerder af dat eiseres een opstelling zal maken van de verschuldigde omzetbelasting over de periode 2002 tot en met 2006 en dat deze opstelling als basis zal dienen voor op te leggen naheffingsaanslagen. Verweerder heeft de bevindingen van voormelde bespreking vastgelegd in een brief gedateerd 22 maart 2007, en deze verzonden aan de bestuurder van eiseres, de heer [bestuurder], per adres van de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde].
1.6 Op 27 april 2007 heeft de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], namens eiseres aangifte omzetbelasting gedaan over het eerste kwartaal van 2007. De aangifte vermeldt onder andere de adresgegevens van [gemachtigde] en diens beconnummer.
1.7 Met dagtekening 29 december 2007 legt verweerder aan eiseres een naheffingsaanslag omzetbelasting op over het tijdvak 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002. Voormelde naheffingsaanslag is verzonden aan de voormalige gemachtigde van eiseres, de heer [toenmalige gemachtigde].
1.8 Eiseres stelt de onder 1.7 genoemde naheffingsaanslag pas op 10 januari 2008 te hebben ontvangen.
1.9 Bij brief van 11 januari 2008 verzoekt de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], om uitstel van betaling. Deze brief is gericht aan de "Belastingdienst/ Noord/ kantoor Emmen, de afdeling invordering" en luidt - voor zover hier van belang -:
"Belanghebbende is voornemens bezwaar aan te tekenen tegen deze naheffingsaanslag. De uiterste datum waarbinnen het bezwaarschrift moet zijn ingediend is daarbij 9 februari 2008. Het verschuldigde bedrag op de aanslag moet echter vóór 12 januari 2008 zijn betaald. Namens belanghebbende verzoeken wij u uitstel van betaling te verlenen totdat het bezwaarschrift is ingediend".
1.10 Op 25 januari 2008 ontvangt de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], van de ontvanger een beslissing op het verzoek om uitstel van betaling. Deze brief luidt - voor zover hier van belang -:
"U heeft uitstel van betaling gevraagd omdat uw cliënt een bezwaarschrift heeft ingediend tegen de aanslag. Ik geef uw cliënt hierbij uitstel van betaling totdat op het bezwaarschrift is beslist. […] Deze brief is in een geautomatiseerd proces vervaardigd, en is daarom niet ondertekend."
1.11 Bij brief van 15 april 2008, ontvangen door verweerder op 16 april 2008, stuurt de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], aan verweerder een schrijven getiteld "nadere motivering bezwaarschrift". Verweerder merkt voormelde brief aan als bezwaarschrift.
1.12 Blijkens een systeemuitdraai van verweerder is het toezendingsadres van eiseres met ingang van 9 juli 2008 in het systeem van verweerder gewijzigd van het adres van de voormalige gemachtigde van eiseres, de heer [toenmalige gemachtigde], naar het adres van de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde].
1.13 Bij brief met dagtekening 17 juli 2008 stuurt verweerder aan de nieuwe gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], een motivering van de uitspraak op bezwaar. Hij geeft aan het bezwaar niet-ontvankelijk te achten wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Hij merkt het bezwaar aan als een verzoek om ambtshalve herziening. Omdat verweerder van mening is dat het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is, ziet verweerder af van het horen van eiseres.
1.14 Op 9 januari 2009 heeft [medewerker Belastingdienst], medewerker bij de Belastingdienst B/CICT, unit Aangifte, een ambtsedige verklaring afgelegd, inhoudende dat de naheffingsaanslag omzetbelasting, met aanslagnummer [aanslagnummer].F.01.2501, gedagtekend 29 december 2007, op 28 december 2007 met 48-uurs post is verzonden.