Motivering
Feiten
1.1 [X] is per 1 mei 2000 in dienst getreden bij de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân (hierna: de Dienst) als medewerker T&V. Bij brief van 14 juni 2006 heeft de directeur [X] meegedeeld dat zij wordt benoemd tot medewerker AO/IC, naar welke functie door [X] in (begin) 2006 is gesolliciteerd. In deze brief is aangegeven dat het eerst een tijdelijke benoeming betreft, voor de duur van één jaar, omdat [X] nog niet voldoet aan alle eisen die gesteld worden aan de functie. Daarnaast is [X] meegedeeld dat gedurende deze periode haar leidinggevende regelmatig functioneringsgesprekken met haar zal voeren en dat aan het einde van deze periode een beoordelingsgesprek zal plaatsvinden, op basis waarvan besloten zal worden of overgegaan kan worden tot een definitieve benoeming. Mocht worden afgezien van een definitieve benoeming, dan heeft [X] een terugkeergarantie naar een gelijkwaardige functie en een gelijkwaardig niveau van de huidige functie medewerker T&V. Bij brief van 11 juli 2006 heeft de directeur aan [X] bevestigd dat, zoals afgesproken tussen [X] en haar leidinggevende, de terugkeergarantie specifiek haar huidige functie betreft. Bij brief van 16 oktober 2006 heeft de directeur [X] meegedeeld dat de ingangsdatum van de tijdelijke benoeming is vastgesteld op 1 december 2006.
1.2 Op 8 februari 2007 heeft een functioneringsgesprek plaatsgevonden tussen [X] en haar toenmalige leidinggevende, [B]. Blijkens het van dit gesprek opgemaakte verslag (Persoonlijk OntwikkelingsPlan, POP) heeft [X] zich tegenover [B] bereid verklaard de voor de nieuwe functie noodzakelijke scholing te volgen. Verder is afgesproken dat [X] gedurende de eerste vijf maanden, tot en met 30 april 2007, tijdens haar werk begeleid zal worden door haar vader [naam], voormalig medewerker AO/IC ("coaching on the job"). Nadien zal [X] worden begeleid door een extern accountant, met ervaring met sociale diensten. Deze accountant zal haar ondersteunen bij het daadwerkelijk uitvoeren, vastleggen en rapporteren van werkzaamheden ("training on the job"). Hiervoor is gekozen, omdat [X] geen opleiding heeft op het gebied van administratieve organisatie en controleleer. In het verslag is verder aangegeven dat voor de nieuwe functie vooral veel nieuwe kennis nodig is en dat, gezien de korte periode dat [X] de functie nu uitoefent, nog onvoldoende zicht is op de te ontwikkelen vaardigheden.
1.3 [A] is op 7 mei 2007 in dienst getreden van de Dienst. Op 11 september 2007 heeft een beoordelingsgesprek plaatsgevonden tussen [A] en [X]. In het van dit gesprek opgemaakte verslag is het volgende aangegeven:
"[voornaam X] werkt sinds 01-12-2006 in een voor haar nieuwe functie van medewerker AO/IC. Deze functie is in ontwikkeling voor wat betreft de (tijds)verdeling tussen AO- en IC-werkzaamheden en uitbreiding van de scope van de IC-taak (toe naar controle rechtmatigheid en kwaliteit bedrijfsvoering). In de periode vanaf 7 mei 2007 zijn de IC werkzaamheden op de beleidsterreinen WIZ en Wmo voor de huidige leidinggevende het meest expliciet aan de orde geweest. [voornaam X] heeft daarbij vanuit haar rapportages en besprekingen getoond dat zij voldoende beschikt over kennis van wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures en inzicht heeft in de structuur, bedrijfsprocessen en beleidsterreinen WIZ en Wmo van de Dienst, dan wel zorgt dat zij deze kennis/inzicht snel verkrijgt. Het te ontwikkelen punt is daarbij de vaardigheid in het opstellen van adviezen. Voor wat betreft de uitbreiding van de scope van de IC-taak zijn in het POP van 8 februari jl. afspraken gemaakt over de ontwikkeling van een informatiecontroleplan en coaching van [voornaam X]. Bij de tijdelijke aanstelling van [voornaam X] was bekend dat zij geen opleiding op het terrein van AO/IC heeft. Kennis van methoden voor inrichting AO moet dus vooral vanuit de praktijk met coaching worden opgedaan evenals de vaardigheid hierop analyses uit te voeren en de AO aan te passen. Het is nog te vroeg om te beoordelen in hoeverre [voornaam X] hier in de praktijk volledig aan zal voldoen. Zij laat echter in de IC-werkzaamheden voldoende zien zich verantwoordelijk te voelen, te kunnen analyseren, zorg te hebben voor kwaliteit en durft een oordeel te geven. Een te ontwikkelen punt bij dit laatste is de stijl van communiceren. Haar stelligheid staat haar overtuigingskracht wel eens in de weg. In algemene zin zoekt [voornaam X] goed de samenwerking en is zich bewust van haar hang naar perfectie en zekerheid. Aandachtspunt is daarbij haar lage stresstolerantie waardoor kansen en mogelijkheden in eerste instantie worden gezien als bedreigingen en onzekerheden. Dit is een punt van aandacht voor haar coaching. Duidelijk is dat [voornaam X] een succes wil maken van haar nieuwe functie en er graag mee doorgaat.
Op basis van bovenstaande adviseer ik in totaliteit positief over haar vaste aanstelling in de functie medewerker AO/IC per 01-12-2007."
1.4 Vanaf 1 juli 2008 is op verzoek van [X] de arbeidsduur van de functie teruggebracht van 36 uur naar 32 uur per week. In de periode van oktober 2007 tot maart 2009 is [X] vanwege ziekte en zwangerschap gedurende bepaalde perioden (deels) niet in staat geweest haar werkzaamheden te verrichten. Ter zitting heeft [A] verklaard dat de werkzaamheden van [X] tijdens haar afwezigheid zijn waargenomen door haar externe coach.
1.5 Naar aanleiding van hetgeen is besproken tijdens het beoordelingsgesprek op 11 september 2009 is [X], ondanks de aangestipte ontwikkelpunten, definitief benoemd. Daarnaast is haar POP aangepast. Hierin is neergelegd -samengevat weergegeven- dat [X] haar kennis en vaardigheden ten aanzien van methoden voor de inrichting van AO/IC voor wat betreft een aantal beleidsterreinen en het uitvoeren van steekproeven en het op basis hiervan maken van heldere analyses en bondige rapportages dient te ontwikkelen. Om dit te bereiken is onder meer afgesproken dat de externe coaching doorgaat en dat [X] een aantal cursussen gaat volgen ("Controlemomenten en rapportage Wmo" en "Steekproeven"). Dit aangepaste POP is op 15 januari 2008 ondertekend door [A] en op 24 januari 2008 telefonisch afgestemd met [X], in verband met haar afwezigheid wegens ziekte.
1.6 Bij besluit van 6 april 2009 heeft de directeur [X] met ingang van 1 februari 2010 eervol ontslag verleend uit haar functie van medewerker AO/IC, onder de overweging dat zij onbekwaam is voor deze functie. Dit besluit is aan [X] bekend gemaakt bij brief van 28 april 2009. In deze brief heeft de directeur aangegeven dat onderdeel van het traject naar ontslag een intensief traject bij de Loopbaanregisseur is, gericht op het vinden van een nieuwe baan. Voor het welslagen van dit traject heeft de directeur [X] voor 16 uur per week vrijgesteld van enige arbeid bij de Dienst. Tevens is afgesproken dat [X] tijdens de resterende 16 uur per week andere werkzaamheden bij de Dienst verricht.
1.7 Bij brief van 11 augustus 2009 heeft [X] gesolliciteerd op de intern opgestelde vacature voor de functie van medewerker T&V, de functie die [X] tot 1 december 2006 vervulde. Bij besluit van 9 september 2009 heeft de directeur geweigerd [X] te benoemen in deze functie.
1.8 Bij de thans bestreden besluiten heeft het bestuur deze besluiten gehandhaafd.