ECLI:NL:RBLEE:2009:BN1301
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J. Haanstra
- P. van der Wal
- J.W. Keuning
- A.F. Germs-de Goede
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en verliesvaststellingsbeschikking 1999
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 5 maart 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en een verliesvaststellingsbeschikking voor het jaar 1999. Eiser had een navorderingsaanslag ontvangen, berekend naar een belastbaar inkomen van f 67.444,-- (€ 30.605,--), zonder dat daarbij een herzieningsbeschikking was vermeld. Eiser stelde dat de navorderingsaanslag en de verliesvaststellingsbeschikking niet rechtsgeldig waren, omdat verweerder ten onrechte geen herzieningsbeschikking had genomen op basis van artikel 51a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de navorderingsaanslag op 24 augustus 2004 was opgelegd en dat deze geen herzieningsbeschikking vermeldde. Eiser had eerder een verliesvaststellingsbeschikking ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat de navorderingsaanslag niet kon worden herzien zonder een expliciete herzieningsbeschikking. De rechtbank concludeerde dat eiser geen belang had bij het beroep tegen de navorderingsaanslag, omdat deze al was verminderd tot nihil. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en zond het beroepschrift door voor zover het een bezwaar tegen de verliesvaststellingsbeschikking betrof.
De rechtbank veroordeelde de verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 322,-- en gelastte dat de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) het door eiser betaalde griffierecht van € 39,-- vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters.