ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ6483

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
26 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/180 RDK
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M.H. Severein
  • H.O. de Boer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding na HALT-afdoening en sepotbeslissing

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 26 augustus 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schadevergoeding van een gewezen verdachte, die onder parketnummer 676294-08 was aangemerkt. De verzoeker, geboren in 1993, had kosten gemaakt ten gevolge van de strafzaak en vroeg om vergoeding van deze kosten, die in totaal EUR 2.161,54 bedroegen, vermeerderd met de kosten voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift. De zaak was eerder door de officier van justitie aangemerkt voor een HALT-afdoening, maar werd uiteindelijk geseponeerd omdat de verzoeker ten onrechte als verdachte was aangemerkt. De rechtbank overwoog dat op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering een vergoeding kan worden toegekend aan een gewezen verdachte wanneer de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank concludeerde dat de HALT-afdoening, hoewel het een reactie op een strafbaar feit is, moet worden beschouwd als een politiesepot. De werkzaamheden van de raadsman, mr. H. Anker, werden als redelijk beoordeeld, en de rechtbank kende de verzoeker een schadevergoeding toe van EUR 2.701,54, te betalen aan de Stichting Derdengelden Anker & Anker Advocaten. Deze beschikking werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. M.H. Severein, bijgestaan door griffier H.O. de Boer.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector strafrecht
VERZOEK SCHADEVERGOEDING 591a Sv
Rekestnummer: 09/180
Parketnummer: 676294-08
BESCHIKKING
van de voorzitter van de rechtbank te Leeuwarden, op het verzoekschrift van:
naam : [naam],
voornamen : [voornaam],
geboren op: [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats],
wonende te: [adres]
advocaat : mr. H. Anker.
Het verzoek strekt tot vergoeding van kosten, welke verzoeker heeft gemaakt ten
gevolge van de tegen verzoeker onder parketnummer 676294-08 gevoerde strafzaak
tot een bedrag van EUR 2.161,54 te vermeerderen met de kosten ter indiening
en behandeling van het verzoekschrift.
Dit verzoek is op 08 juli 2009 behandeld in raadkamer, blijkens het daarvan
opgemaakte proces-verbaal.
Ingevolge het bepaalde in artikel 591a, tweede lid, van het Wetboek van
strafvordering kan aan de gewezen verdachte een vergoeding worden toegekend
in de kosten van een raadsman, indien de zaak eindigt zonder oplegging van
straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het
Wetboek van strafrecht.
Uit de stukken blijkt dat de zaak van verzoeker aanvankelijk door de officier
van justitie is aangemerkt als een zaak die zou kunnen worden afgedaan met
een schikking in de vorm van een taakstraf. Tijdens de bespreking van de zaak
door de officier van justitie met verzoeker, waarin deze zich liet bijstaan
door zijn raadsman mr. H. Anker heeft de officier van justitie besloten de
zaak alsnog af te doen door middel van een zogeheten HALT-afdoening.
Vervolgens is de zaak geseponeerd met als grond: ten onrechte als verdachte
aangemerkt. Verzoeker heeft in het kader van de HALT-afdoening een
leeropdracht vervuld.
Hoewel de wet niet definieert in welke gevallen een zaak eindigt, brengt een
redelijke uitleg van de wettelijke bepalingen mee dat de zaak van verzoeker is
geëindigd door de sepotbeslissing.
De zaak van verzoeker is geëindigd zonder oplegging van een straf of
maatregel, terwijl evenmin toepassing is gegeven aan artikel 9a van het
Wetboek van strafrecht. Daaraan doet niet af dat de officier van justitie
kennelijk van oordeel was dat aan verzoeker een sanctie in de vorm van een
leeropdracht in het HALT-model moest worden opgelegd. Hoezeer ook een
HALT-afdoening een reactie van overheidswege is op een strafbaar feit en
hoezeer ook een zeker strafkarakter daaraan niet ontzegd kan worden, dient
zij toch te worden beschouwd als een politiesepot onder verantwoordelijkheid
van het openbaar ministerie.
Zoals blijkt uit de tekst van artikel 77e van het Wetboek van strafrecht dient de HALT-afdoening juist ter voorkoming van toezending van het opgemaakt proces-verbaal door de politie aan de officier van justitie.
De HALT-afdoening staat bovendien niet vermeld onder de straffen en
maatregelen die ingevolge artikel 77h van het Wetboek van strafrecht aan een
minderjarige verdachte kunnen worden opgelegd.
De door de raadsman verrichte werkzaamheden en de hoogte van de daarvoor
berekende vergoeding, zoals deze blijken uit de declaratie van de raadsman en
de daarbij gevoegde urenspecificatie, zijn redelijk, gelet op de aard van de
zaak en de daaraan verbonden besognes.
Gelet op het vorenstaande komt verzoeker in aanmerking voor een vergoeding in
de kosten van zijn raadsman.
BESLISSING
De voorzitter:
kent aan verzoeker een vergoeding toe van EUR 2.701,54 (zegge: tweeduizend
zevenhonderd en één euro en vierenvijftig eurocent), over te maken op
rekeningnummer [nummer] ten name van Stichting Derdengelden Anker & Anker
Advocaten onder vermelding van dossiernummer "[nummer]".
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. Severein, voorzitter, bijgestaan door
H.O. de Boer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2009.