ECLI:NL:RBLEE:2008:BF5065
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.M. Visser
- F.F. van Emst
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet door Dejo Metaalindustrie B.V.
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 2 oktober 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dejo Metaalindustrie B.V. en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres, Dejo Metaalindustrie B.V., had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarbij een bestuurlijke boete van € 10.800,00 was opgelegd wegens overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit besluit volgde op een ongeval dat op 5 april 2007 had plaatsgevonden, waarbij een ingeleende arbeidskracht ernstig letsel had opgelopen door beknelling in een machine, de zogenaamde 'Spinningslijn'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de machine niet was voorzien van de vereiste veiligheidsinrichtingen om beknelling te voorkomen, wat leidde tot de conclusie dat eiseres de Arbowet had overtreden.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij de Minister op 20 februari 2008 de eiseres op de hoogte had gesteld van het besluit op bezwaar. Tijdens de zitting op 17 september 2008 is de zaak behandeld, waarbij zowel de eiseres als de gemachtigde van de Minister aanwezig waren. De rechtbank heeft de feiten en het geschil besproken, waarbij de verantwoordelijkheden van de werkgever en de vereisten van de Arbowet aan de orde kwamen. De rechtbank oordeelde dat de eiseres onvoldoende maatregelen had genomen om de risico's van de machine te onderkennen en te mitigeren.
De rechtbank heeft de wettelijke kaders uiteengezet, waaronder de relevante artikelen van de Arbowet en het Arbobesluit, en heeft geconcludeerd dat de overtreding van artikel 7.7, eerste lid, van het Arbobesluit een beboetbaar feit is, ongeacht opzet of schuld. De rechtbank heeft de argumenten van de eiseres verworpen, waaronder de stelling dat de CE-markering en de EG-verklaring van overeenstemming voldoende waren om aan te tonen dat de machine veilig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar geen verwijt kon worden gemaakt voor de overtreding.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van Dejo Metaalindustrie B.V. ongegrond verklaard en de opgelegde boete bevestigd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers om te zorgen voor veilige arbeidsomstandigheden en de naleving van de Arbowet.