ECLI:NL:RBLEE:2007:BL6159
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van navorderingsaanslagen en de verwerping van administratie in belastingzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 30 oktober 2007 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had navorderingsaanslagen ontvangen voor de jaren 1999 tot en met 2002, die hij betwistte op basis van de tijdigheid van de aanslagen en de verwerping van zijn administratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de navorderingsaanslag voor 1999 te laat was opgelegd, aangezien deze op 27 mei 2005 was opgelegd, terwijl de navorderingstermijn op 31 december 2004 eindigde. Hierdoor heeft de rechtbank deze navorderingsaanslag vernietigd.
Daarnaast heeft de rechtbank beoordeeld of de inspecteur terecht de administratie van eiser had verworpen. Eiser had een onderneming in de prostitutie en ontving een uitkering van het UWV. De inspecteur had een boekenonderzoek ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet voldoende bewijs had geleverd dat eiser niet aan zijn administratieve verplichtingen had voldaan. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de aangiften onjuist of onvolledig waren en dat de opgelegde boetes daarom ook niet gerechtvaardigd waren.
De rechtbank heeft de beroepen van eiser gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de boetebeschikkingen vernietigd en de belastingaanslagen vernietigd. Tevens is de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiser. Deze uitspraak biedt belangrijke inzichten in de eisen die aan de administratie van belastingplichtigen worden gesteld en de gevolgen van het niet tijdig opleggen van navorderingsaanslagen.