Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
2.1 Eiser exploiteerde in het jaar 2001 uitsluitend een akkerbouwbedrijf.
2.2 Eiser heeft op 29 juli 2002 zijn verfijnde aangifte Minas voor het jaar 2001 ingediend. In deze aangifte heeft hij onder meer vermeld dat hij in totaal 5.535 kilogram fosfaat, bestaande uit 5.480 kilogram fosfaat in dierlijke meststoffen en 55 kilogram fosfaat in overige organische meststoffen, heeft aangevoerd. Uitgaande van een totale afvoer van 5.535 kilogram fosfaat heeft eiser berekend dat hij geen fosfaatheffing is verschuldigd. Aldus heeft hij geen fosfaatheffing voldaan.
2.3 De door eiser in de hiervoor onder punt 2.2 bedoelde aangifte aangegeven hoeveelheid aangevoerde fosfaat in dierlijke meststoffen kwam overeen met de bij verweerder geregistreerde gegevens. Volgens deze gegevens is deze fosfaat in dierlijke meststoffen in totaal in 22 vrachten - waarvan 6 vrachten op 14 april 2001, 12 vrachten op 17 april 2001 en 4 vrachten op 15 juni 2001 - aan eiser geleverd.
2.4 Op 16 december 2004 heeft een ambtenaar van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (AID) naar aanleiding van een bij eisers bedrijf ingestelde controle een Afdoeningsrapport Minas (het rapport) opgemaakt. Uit dit rapport volgt dat eiser, naast de hiervoor onder punt 2.3 bedoelde 22 vrachten dierlijke meststoffen, nog 11 vrachten dierlijke meststoffen - waarvan 9 vrachten op 9 april 2001 en 2 vrachten op 14 april 2001 - heeft aangevoerd. Deze vrachten dierlijke meststoffen waren op een op 15 november 2001 gedateerd verzoek van de leverancier, zijnde [bedrijf], bij verweerder als aanvoer op het bedrijf van [bedrijf]. geregistreerd, terwijl deze vrachten dierlijke mest daadwerkelijk op eisers bedrijf zijn aangevoerd. De fosfaat in deze 11 vrachten dierlijke meststoffen bedroeg 1.435 kilogram. Eiser heeft erkend dat deze 11 vrachten op zijn bedrijf zijn aangevoerd.
1.0 Na ontvangst van het rapport van de AID heeft verweerder geconcludeerd dat eiser in het jaar 2001 in totaal 6.970 kilogram fosfaat (5.535 kilogram vermeerderd met 1.435 kilogram) heeft aangevoerd. Uitgaande van een totale afvoer van 5.535 kilogram fosfaat heeft verweerder berekend dat eiser een bedrag van ƒ 20.390,-- (€ 9.252,58) aan fosfaatheffing is verschuldigd. Dit bedrag heeft verweerder bij de onderhavige naheffingsaanslag van eiser nageheven.
2.6 Eind april dan wel begin mei van het jaar 2001 is op eisers perceel landbouwgrond, kadastraal bekend als gemeente Vlagtwedde, sectie F, nummer 6395, voor rekening van [bedrijf], althans haar dochteronderneming [bedrijf], een mestbassin aangelegd. Genoemd perceel landbouwgrond stond voorheen - voor de kavelruil - kadastraal bekend als gemeente Vlagtwedde, sectie F, nummer 4964.
2.7 Bij notariële akte van 9 oktober 2001 heeft eiser ten aanzien van de aanleg van het mestbassin op zijn landbouwgrond zoals hiervoor bedoeld onder punt 2.6, ten behoeve van [bedrijf] het zelfstandig recht van opstal gedurende zeven jaar van een gedeelte van het desbetreffende perceel landbouwgrond gevestigd.
2.8 Op de naam van [bedrijf] stond bij verweerder op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Vlagtwedde, sectie F, nummer 4964 een mestopslag geregistreerd. Deze mestopslag is op 24 april 2001 bij verweerder aangemeld en is per 18 februari 2003 afgemeld. Zojuist genoemd perceel betreft hetzelfde perceel als hiervoor genoemd onder punt 2.6.
2.9 In juni 2001 waren al eisers percelen landbouwgrond beteeld met akkerbouwgewassen. Eiser was in het jaar 2001 niet in het bezit van een mestopslag.
2.10 Eiser heeft in het jaar 2001 uitsluitend door [bedrijf] te Vlagtwedde dierlijke mest op zijn grond laten uitrijden. Volgens door dit loonbedrijf bijgehouden overzichten, als bijlagen 51 tot en met 53 gevoegd bij het rapport van de AID, heeft dit loonbedrijf 29 vrachten dierlijke mest op eisers landbouwgrond uitgereden. De vier op 15 juni 2001 volgens de bij verweerder geregistreerde gegevens (zie hiervoor onder punt 2.3) aan eiser geleverde vrachten dierlijke meststoffen komen op deze overzichten niet voor.
2.11 De AID heeft in de administratie van eiser afleveringsbewijzen, zijnde de exemplaren bestemd voor de afnemer, met betrekking tot de volgens verweerders gegevens aan eiser op 15 juni 2001 geleverde vier vrachten dierlijke meststoffen aangetroffen. Op deze afleveringsbewijzen staat onder rubriek 2 "Gegevens afname" steeds eisers naam, adres en mestnummer vermeld. De AID heeft eveneens in eisers administratie de op 29 juni 2001 gedagtekende en aan eiser geadresseerde analyseverslagen ter zake van deze vier vrachten gevonden. Uit deze analyseverslagen volgt dat de fosfaat in deze vier vrachten dierlijke meststoffen 650 kilogram bedroeg.
2.12 Eiser is, nadat hij de in zijn administratie aanwezige bescheiden - waaronder de hiervoor onder punt 2.11 bedoelde afleveringsbewijzen en analyseverslagen - had gecontroleerd, tot de conclusie gekomen dat de volgens zijn administratie aangevoerde fosfaat in dierlijke meststoffen niet strookte met de met de leverancier van de mest, zijnde (een onderneming behorende tot) [bedrijf], gemaakte afspraken. Hierop heeft hij in september 2001 met [bedrijf] contact gezocht. [bedrijf] heeft eiser toegezegd de gemaakte fouten recht te zetten. In verband met deze toezegging heeft [bedrijf] bij het hiervoor onder punt 2.4 bedoelde verzoek de onder dat punt bedoelde 11 vrachten dierlijke meststoffen - ten onrechte - als aanvoer op het bedrijf van [bedrijf]. laten registreren.