ECLI:NL:RBLEE:2006:AV0154

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
16 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
183908 / VZ VERZ 05-527
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden door oplichting en feitelijke uitvoering door tweelingbroer

In deze zaak heeft Sterk Heiwerken B.V. verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer] op grond van dringende redenen, zoals vastgelegd in artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek. De verzoekster, vertegenwoordigd door Mr. J. Werle, heeft aangevoerd dat [werknemer] niet zelf de werkzaamheden heeft verricht, maar dat zijn tweelingbroer dit in zijn plaats heeft gedaan. Dit heeft geleid tot een aangifte van oplichting door Sterk Heiwerken bij de officier van justitie te Leeuwarden. Ondanks herhaalde oproepen is [werknemer] niet verschenen op de zitting van 16 januari 2006, wat de situatie verder bemoeilijkte.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [werknemer] sinds 13 maart 1996 in dienst was bij Sterk Heiwerken als kraanmachinist, met een bruto salaris van € 2.296,- per vier weken. De kantonrechter heeft de onduidelijkheid over wie de werkzaamheden daadwerkelijk heeft uitgevoerd als een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst beschouwd. [werknemer] heeft in een handgeschreven briefje aangegeven dat hij altijd zelf heeft gewerkt, maar dit werd als onvoldoende bewijs gezien om de onduidelijkheid weg te nemen.

Daarnaast heeft [werknemer] erkend dat hij een valse verklaring heeft afgelegd toen hij werd aangehouden voor rijden onder invloed, door de naam van een collega te gebruiken. Deze gedraging, samen met de onduidelijkheid over de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, heeft de kantonrechter doen besluiten dat er sprake is van een dringende reden voor ontbinding. De kantonrechter heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 16 januari 2006 toegewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Opsterland
zaak-/rolnummer.: 183908 \ VZ VERZ 05-257
beschikking van de kantonrechter d.d. 16 januari 2006
inzake
Sterk Heiwerken B.V.,
hierna te noemen: Sterk Heiwerken,
gevestigd te Drachten,
verzoekster,
gemachtigde: Mr. J. Werle,
tegen
[x],
hierna te noemen: [werknemer],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
gemachtigde: mr. O. van de Klok.
Procesverloop
Sterk Heiwerken heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 november 2005, verzocht de tussen haar en [werknemer] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
Sterk Heiwerken heeft producties in het geding gebracht.
De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2005. [werknemer] is niet verschenen. Namens [werknemer] heeft zijn gemachtigde ter zitting verweer gevoerd. Sterk Heiwerken heeft haar standpunt nader toegelicht. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.
Ter zitting heeft Sterk Heiwerken de grondslag van haar verzoek aangevuld. Naar aanleiding van deze aanvulling is de zaak aangehouden teneinde [werknemer] in de gelegenheid te stellen om op voornoemde aanvulling te reageren.
[werknemer] heeft bij brief, ingekomen ter griffie op 5 januari 2006, gereageerd. Hoewel behoorlijk daartoe opgeroepen is [werknemer] ter zitting van 16 januari 2006 wederom niet verschenen.
De beschikking is bepaald op heden.
Motivering
1. [werknemer] is sedert 13 maart 1996 in dienst bij Sterk Heiwerken, laatstelijk in de functie van kraanmachinist, tegen een bruto salaris van € 2.296,- per vier weken exclusief 8% vakantietoeslag.
2. Sterk Heiwerken heeft -kort samengevat- gesteld dat gelet op de gedragingen van [werknemer] de basis aan een vruchtbare samenwerking is komen te ontvallen en er sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Volgens Sterk Heiwerken leveren de door haar opgenoemde omstandigheden primair een dringende reden op die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Subsidiair verzoekt zij ontbinding op grond van een verandering in de omstandigheden. Ter zitting heeft Sterk Heiwerken aangevoerd dat, nu haar is gebleken dat [werknemer] de aan hem opgedragen werkzaamheden voornamelijk door zijn tweelingbroer heeft laten verrichten, dit temeer een reden is om op korte termijn de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Sterk Heiwerken stelt in reactie op het verweer dat [werknemer] zich onder de huidige omstandigheden niet op de tussen partijen gesloten overeenkomst kan beroepen.
3. Namens [werknemer] is verweer gevoerd. Erkend wordt dat [werknemer] valselijk gebruik heeft gemaakt van een naam van een collega toen hij werd aangehouden omdat hij verdacht werd van rijden onder invloed. De gemachtigde van [werknemer] heeft ter zitting verder opgemerkt dat niet kan worden aangetoond dat [werknemer] de overige aan hem verweten gedragingen zelf heeft verricht. Tevens heeft de gemachtigde van [werknemer] aangevoerd dat partijen een overeenkomst met betrekking tot het einde van het dienstverband gesloten hadden.
4. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
5. Als niet weersproken staat vast dat [werknemer] aan Sterk Heiwerken heeft laten weten dat niet hij, maar voornamelijk zijn tweelingbroer in zijn naam voor Sterk Heiwerken werkzaamheden heeft verricht. Als gevolg hiervan heeft Sterk Heiwerken aangifte van het misdrijf oplichting gedaan bij de officier van justitie te Leeuwarden. Ook de gemachtigde van [werknemer] ging er, gelet op zijn verweer tijdens de mondelinge behandeling van 19 december 2005, van uit dat de tweelingbroers beiden op naam van [werknemer] werkzaamheden voor Sterk Heiwerken hebben verricht. [werknemer] is, hoewel daartoe deugdelijk opgeroepen, tot tweemaal toe niet ter zitting verschenen teneinde duidelijkheid te verschaffen omtrent de vraag wie uitvoering heeft gegeven aan de tussen [werknemer] en Sterk Heiwerken gesloten arbeidsovereenkomst. Naar aanleiding van de mondelinge behandeling van 19 december 2005 heeft de kantonrechter aan [werknemer] een brief doen toekomen met het verzoek om zich uit te laten omtrent bovengenoemde vraag. De kantonrechter heeft enkel een niet ondertekend handgeschreven briefje ontvangen waarop staat vermeld:
ik heb altijd zelf gewerkt bij Sterk
[voornaam] [werknemer]
Naar het oordeel van de kantonrechter is dit enkele briefje, gelet op het bovenstaande, volstrekt onvoldoende om de door [werknemer] veroorzaakte onduidelijkheid weg te nemen omtrent de vraag wie in feite uitvoering heeft gegeven aan de tussen hem en Sterk Heiwerken gesloten arbeidsovereenkomst. Onder deze omstandigheden kan [werknemer] zich dan ook niet beroepen op de destijds tussen hem en Sterk Heiwerken gesloten overeenkomst met betrekking tot het beëindigen van het dienstverband, nu onduidelijk blijft of zijn tweelingbroer in zijn naam zijn werkzaamheden voor Sterk Heiwerken heeft verricht.
6. [werknemer] heeft de juistheid van één van de aan hem verweten gedragingen erkend. Hij heeft, nadat hij was aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alchohol, een valse verklaring afgelegd door de naam van een collega te gebruiken. Deze gedraging en de hierboven genoemde onduidelijkheid omtrent de vraag of [werknemer] zelf invulling heeft gegeven aan de tussen hem en Sterk Heiwerken gesloten arbeidsovereenkomst leveren naar het oordeel van de kantonrechter een dringende reden op die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Hierbij speelt tevens een rol dat de door Sterk Heiwerken gestelde gedragingen op zichzelf niet worden weersproken maar hieromtrent enkel is aangevoerd dat niet kan worden aangetoond of de gestelde gedragingen [werknemer] of zijn tweelingbroer betreffen.
De verzochte ontbinding zal worden toegewezen.
7 . De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 16 januari 2006;
compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Beetsterzwaag en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2006 door mr. E.J. Oostdijk, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 152.