ECLI:NL:RBLEE:2002:AE0611
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen besluit A inzake aanwijzing door leidinggevende
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 22 maart 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de Korpsbeheerder van de politie Friesland. De eiser, die in deze procedure werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had beroep ingesteld tegen de niet-tijdige beslissing op zijn bezwaarschrift tegen een aanwijzing van zijn leidinggevende. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 15 november 2000 een aanwijzing had ontvangen, waartegen hij op 13 december 2000 bezwaar had gemaakt. De Korpsbeheerder heeft vervolgens op 19 juli 2001 alsnog op het bezwaarschrift beslist, waarbij het bezwaar gegrond werd verklaard. Dit besluit werd door de Korpsbeheerder in de procedure ingebracht.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 maart 2002, waarbij de eiser in persoon aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit. Tevens is in artikel 6:20 lid 4 Awb bepaald dat het beroep tegen de weigering om tijdig op het bezwaarschrift te beslissen, geacht wordt mede gericht te zijn tegen de beslissing die na het instellen van het beroep alsnog is genomen.
De rechtbank concludeert dat de Korpsbeheerder met het besluit B, waarbij het bezwaar van de eiser gegrond werd verklaard, aan het bezwaar van de eiser tegemoet is gekomen. Hierdoor is er geen plaats voor een inhoudelijke beoordeling van het ingetrokken besluit van 15 november 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van besluit A, omdat de Korpsbeheerder inmiddels op het bezwaarschrift heeft beslist. De rechtbank verklaart het beroep tegen besluit A niet-ontvankelijk en bepaalt dat de Korpsbeheerder het door de eiser gestorte griffierecht van € 102,10 dient terug te betalen.