ECLI:NL:RBHAA:2012:BZ7107

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 november 2012
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
15/700170-11
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs in auto-inbraakzaak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem, is de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde auto-inbraken. De rechtbank heeft op 13 november 2012 uitspraak gedaan na een openbare terechtzitting op 30 oktober 2012. De verdachte was beschuldigd van het stelen van navigatiesystemen uit twee voertuigen in Purmerend op 20 februari 2011. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten, maar de verdediging stelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte om 5.00 uur is aangehouden, anderhalf uur na de gepleegde inbraken. De enige link tussen de verdachte en de inbraken was zijn aanwezigheid in de omgeving op het moment van de inbraken, maar er was geen bewijs dat hij daadwerkelijk betrokken was bij de gepleegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de inbraken had gepleegd, en sprak hem vrij.

Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij afgewezen, omdat deze geen betrekking had op de feiten die aan de verdachte waren ten laste gelegd. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van € 850,- van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700170-11
Uitspraakdatum: 13 november 2012
Tegenspraak
Promisvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 oktober 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.J.A.E. Rijssenbeek en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. K.R. Koopman, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 20 februari 2011 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (merk Volkswagen en/of type Touran) heeft weggenomen een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
feit 2:
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 19 februari 2011 tot en met 20 februari 2011 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (merk Volkswagen en/of type Golf) heeft weggenomen een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2. Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken. De auto-inbraken zijn in de nacht van 19 op 20 februari 2011 rond 3.40 uur gepleegd. Verdachte is (onder meer) blijkens het proces-verbaal van aanhouding (dossierpagina 73) omstreeks 5.00 uur aangehouden. Uit het proces-verbaal van bevindingen gedateerd 20 februari 2011 (dossierpagina 41) kan slechts worden afgeleid dat een verdachte is aangehouden omstreeks 3.40 uur in het riet van de sloot achter de achtertuin van [adres], maar niet valt hieruit op te maken dat dit verdachte is, nu een naam en/of een signalement van de aangehouden verdachte in het betreffende proces-verbaal ontbreekt. Er is dan ook geen link tussen de gepleegde auto-inbraken en verdachte, behalve dat hij anderhalf uur later in de omgeving waar beide inbraken hebben plaatsgevonden, aanwezig was. Verdachte dient derhalve bij gebrek aan bewijs te worden vrijgesproken.
3.3. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 20 februari 2011 rond 3.40 uur ziet (onder meer) getuige [getuige 1] vanuit haar woning op de Amazonelaan dat er één man in de bosjes staat en dat twee andere mannen naar een geparkeerde witte Volkswagen Touran op de Amazonelaan lopen. Eén van hen slaat de ruit van deze auto in. Getuige [getuige 2] verklaart gelijkluidend aan getuige [getuige 1] en ziet verder dat één van de mannen het navigatiesysteem uit de auto haalt. Wanneer de politie ter plaatse komt, rennen de drie mannen weg. Beide getuigen kunnen slechts een algemeen signalement geven.
Uit het proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 41) blijkt dat omstreeks 3.40 uur in de achtertuin van het adres [adres] te Purmerend - welke straat een zijstraat is van de Amazonelaan - een man, die bij de slootkant op zijn buik in het riet lag, is aangehouden. Uit dit proces-verbaal blijkt evenwel niet om welke verdachte het gaat, nu een naam of een duidelijk signalement ontbreekt. Uit het proces-verbaal van aanhouding van verdachte (dossierpagina 73) blijkt dat verdachte die nacht om 5.00 uur is aangehouden op het adres [adres], dat hij door twee verbalisanten naar de Waterlandlaan 252 (naar de rechtbank begrijpt: het politiebureau) te Purmerend is gebracht waar hij om 5.07 uur aan kwam en dat hij aldaar om 5.25 uur is voorgeleid (dossierpagina 75). Ook uit het proces-verbaal van relaas (dossierpagina 6) blijkt dat verdachte om 5.00 uur is aangehouden. Uit het door de raadsvrouw gememoreerde proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 49) blijkt dat verdachte door voormelde verbalisanten om 5.00 uur naar het politiebureau is vervoerd.
Hoewel het zeer opmerkelijk is dat er kennelijk zowel om 3.40 uur als om 5.00 uur ter hoogte van het adres [adres] te Purmerend een aanhouding is verricht en de rechtbank geenszins de mogelijkheid uitsluit dat er slechts één aanhouding heeft plaatsgevonden kan de rechtbank er bij deze stand van zaken niet anders dan van uit gaan dat verdachte is aangehouden om 5.00 uur, derhalve anderhalf uur na de gepleegde auto-inbraak.
Nu op grond van het dossier geen andere link tussen de gepleegde auto-inbraken en verdachte kan worden gemaakt dan dat verdachte zich om 5.00 uur in de omgeving van de gepleegde auto-inbraken ophield en verdachte voor zijn aanwezigheid aldaar geen verklaring heeft willen geven, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de ten laste gelegde feiten wegens gebrek aan bewijs.
4. Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 850,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van de ten laste gelegde feiten zou hebben geleden.
Nog daargelaten dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt van hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, hetgeen doorgaans leidt tot niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in de vordering, zal de rechtbank in dit geval de vordering van de benadeelde partij afwijzen, omdat de vordering in het geheel geen betrekking heeft op de feiten die aan verdachte ten laste zijn gelegd.
5. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Wijst af de vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [benadeelde partij].
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.J. Bellaart, voorzitter,
mr. Ph. Burgers en mr. A.M. Ayal, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. I. Hermans,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 november 2012.