ECLI:NL:RBHAA:2012:BY9307

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
19 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/800999-12
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de gevangenhouding van een verdachte met EU-burgerschap

Op 19 september 2012 heeft de Rechtbank Haarlem, zitting houdende in de sector Strafrecht, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 15/800999-12. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de gevangenhouding van de verdachte afgewezen. De verdachte, geboren in 1994 en woonachtig in Milaan, was op dat moment in detentie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor voorlopige hechtenis, zoals eerder vastgesteld, nog steeds van toepassing zijn. Echter, de rechtbank heeft ook overwogen dat de onderzoeksgrond niet langer geldt als reden voor het bevel tot voorlopige hechtenis. De verdachte heeft aangegeven dat hij over een vast woonadres in een andere lidstaat van de Europese Unie beschikt, wat door de officier van justitie niet werd betwist. De rechtbank heeft het non-discriminatiebeginsel en het EU-burgerschap in overweging genomen, en geconcludeerd dat het enkele feit dat de verdachte in Nederland geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, geen grond voor voorlopige hechtenis kan opleveren. De rechtbank heeft geen bewijs gevonden voor gedragingen van de verdachte die een ernstig vluchtgevaar zouden rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom besloten de vordering van de officier van justitie af te wijzen en de verdachte met ingang van 20 september 2012 om 14.00 uur in vrijheid te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
VESTIGING SCHIPHOL
AFWIJZING VORDERING VERLENGING GEVANGENHOUDING
Parketnummer: 15/800999-12
De rechtbank;
gezien de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 19 september 2012, strekkende tot verlenging van de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding van:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats], wonende te Milaan, [adres],
thans verblijvende: [detentieadres];
gelet op het tegen de verdachte verleende bevel tot gevangenhouding d.d. 22 augustus 2012;
gezien het betreffende strafdossier;
gehoord de officier van justitie;
gehoord de verdachte, alsmede diens advocaat;
overwegende dat de rechtbank na onderzoek is gebleken dat de verdenking en de bezwaren, die tot het bevel tot bewaring van verdachte hebben geleid, ook thans nog bestaan;
overwegende ten aanzien van de gronden die tot evenbedoeld bevel hebben geleid:
dat, gehoord de officier van justitie, de onderzoeksgrond niet langer geldt als grond voor het bevel tot voorlopige hechtenis;
dat verdachte stelt in een andere lidstaat van de Europese Unie te beschikken over een vast woonadres hetgeen wordt onderbouwd met een in de raadkamer overgelegde recente verklaring van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Marcallo con Casone (Italië);
dat de officier van justitie niet betwist dat verdachte op evengenoemd adres woont, maar niettemin gevaar voor vlucht aanwezig acht nu hij heeft verklaard -zakelijk weergegeven-niet over de middelen te beschikken om op eenvoudige wijze het adres van verdachte te controleren en te voorkomen dat verdachte zich aan bestraffing zal onttrekken;
dat de rechtbank er van uit gaat dat verdachte beschikt over een vast woonadres in een lidstaat van de Europese Unie;
dat, voor zover hier van belang, de grond voor voorlopige hechtenis naar luid van artikel 67a Sv dient te blijken uit bepaalde gedragingen van verdachte, of uit bepaalde hem persoonlijk betreffende omstandigheden;
dat het non-discriminatiebeginsel en het burgerschap van de Unie, gewaarborgd bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie alsmede artikel 24 van richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, maatregelen die onderscheid maken tussen onderdanen van verschillende lidstaten verbieden -behoudens voor zover dit onderscheid gerechtvaardigd is uit hoofde van redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid en de maatregel niet verder gaat dan nodig is voor het bereiken van dat doel;
dat derhalve de enkele omstandigheid dat verdachte in Nederland geen vaste woon-of verblijfplaats heeft maar wel elders in de Europese Unie, geen grond voor voorlopige hechtenis kan opleveren;
dat het gegeven dat de officier van justitie niet beschikt over de middelen die hem in staat stellen op eenvoudige wijze een adres in een andere lidstaat van de Europese Unie te controleren en te voorkomen dat een inwoner van een andere lidstaat zich aan bestraffing zal onttrekken niet zonder meer verhindert dat een verdachte zijn op rechtstreeks werkende bepalingen uit Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gebaseerde rechten geldend maakt;
dat overigens niet is gebleken van bepaalde gedragingen van verdachte of bepaalde haar persoonlijk betreffende omstandigheden op grond waarvan ernstig gevaar voor vlucht te duchten is;
BESCHIKT als volgt:
Wijst af de vordering van de officier van justitie;
beveelt de invrijheidstelling van verdachte met ingang van
donderdag 20 september 2012 te 14.00 uur.
Deze beschikking is gegeven op 19 september 2012 door
mrs J. Snitker, voorzitter,
H.A. Stalenhoef, rechter,
J.M. ten Voorde, rechter,
in tegenwoordigheid van D. Timmerman, griffier.
De officier van justitie brengt vorenstaande beschikking ter kennis van
verdachte.
Schiphol, 19 september 2012
De officier van justitie,
Gezien op
De directeur van het Huis van Bewaring,
afschrift aan advocaat mr T Nieuwburg
verstrekt op: