4.1. Redengevende feiten en omstandigheden1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Op 1 maart 2012 komt bij de politie een melding binnen dat aan de [straatnaam 1] te Haarlem een mogelijke overval gaande is. De bewoonster, een oude(re) vrouw, zou nog in de woning opgesloten zitten.2 Er zou gebruik zijn gemaakt van een groot mes en de dader zou inmiddels de woning hebben verlaten en in de richting van de [straatnaam 2] te Haarlem zijn gelopen. Er werd in eerste instantie een summier signalement gegeven van de dader. Het zou gaan om een persoon met een zeer donkere huidskleur en gekleed in een zwarte jas. Verbalisanten zagen in de [straatnaam 3] een persoon lopen die voldeed aan dat signalement. Zij hebben die persoon aangesproken en ondertussen kregen zij een nader signalement, er uit bestaande dat de dader een donkerblauwe rugzak bij zich droeg, een zwart/wit petje op had en bij de overval enkele kettingen en een zwarte damestas buit zou hebben gemaakt. Omdat de persoon die voldeed aan dit signalement voor de verbalisanten stond, hebben zij deze persoon aangehouden en in zijn rugzak gekeken. Verbalisanten zagen als eerste voorwerp in de rugzak een groot mes, als ook een zwart/wit petje en een zwarte damestas. In de fouillering van verdachte werden later vijf kettingen, drie hangers en een baardsleutel aangetroffen.3 Het slachtoffer heeft de sieraden als haar eigendom herkend.4
Het slachtoffer van de woningoverval [slachtoffer], een bijna 85-jarige vrouw, heeft aangifte gedaan van de overval in haar woning. Zij heeft verklaard dat er in de middag bij haar aan de deur werd gebeld. Zij heeft opengedaan omdat ze dacht dat het de buurman was die een eerder voor hem afgegeven pakketje kwam ophalen. Er stond echter een donkergetinte man voor de deur die zij al eerder in de straat had zien lopen. Hij had een donkerblauw of zwart met wit petje op. Hij duwde haar zacht naar binnen en zij had direct door dat het een overval was. De man zei tegen haar 'pinpas en sieraden'. In de woonkamer haalde de man een mes uit zijn tas van 20 à 25 cm lang.5 Deze beschrijving komt overeen met het mes dat in de rugtas van verdachte werd aangetroffen.6 Het slachtoffer dacht volgens haar verklaringen dat hij dit deed om haar te bewegen haar pincode af te geven en ze dacht dat 'ze er aan ging'. Zij voelde haar hart enorm tekeer gaan. Vervolgens heeft het slachtoffer haar twee kettingen afgedaan. Eén van de kettingen is door verdachte meegenomen. Daarna moest zij van verdachte de trap op naar boven. Het slachtoffer was op dat moment heel bang 'dat ze eraan zou gaan'. In haar slaapkamer zei verdachte weer 'pinpas, sieraden'. Hij keerde vervolgens een mandje om waar kettingen en andere sieraden in lagen. Toen het slachtoffer bij het raam in haar slaapkamer stond, heeft verdachte haar daar weggeduwd. "Ik mocht van de overvaller niet voor mijn raam staan."Voorts wees verdachte naar het andere kamertje. Op dat moment was het slachtoffer bang dat hij haar zou gaan verkrachten. In het kamertje heeft verdachte alle tassen nagekeken maar die waren allemaal leeg. Vervolgens heeft verdachte de deur van het kamertje op slot gedraaid.7 Verdachte heeft via de voordeur de woning verlaten.8 Een zwarte handtas die beneden aan de deur hing is door verdachte meegenomen. In die tas zat onder andere het identiteitsbewijs van het slachtoffer. Het slachtoffer heeft het raampje in de kamer waarin ze zat opgesloten, opengedaan en om hulp geroepen.9 De buurman, die in zijn achtertuin zat, heeft haar horen roepen 'Karel, Karel, ik ben overvallen en ze hebben me opgesloten'. De buurman zag het slachtoffer uit het raam aan de achterzijde van de woning hangen, op de eerste verdieping en heeft de politie gebeld.10 De politie is de woning binnengekomen met de sleutel die een buurman van het huis had en heeft het slachtoffer vanaf de eerste verdieping horen roepen dat ze was overvallen en dat ze opgesloten zat. Hierop is meteen de deur van de kamer geforceerd waar het slachtoffer werd aangetroffen.11
Verdachte heeft verklaard dat hij op 1 maart 2012 in de desbetreffende straat een paar keer heen en weer is gelopen en dat hij toen bij de woning van het slachtoffer heeft aangebeld. Toen de vrouw opendeed, is hij "naar binnen gedrongen" en heeft hij haar meermalen om geld gevraagd. Hij heeft haar volgens eigen zeggen vrijwel niet aangeraakt, maar haar wel bij de ramen "begeleidend weggehaald" toen ze probeerde iemand te waarschuwen. Hij heeft haar toen even vastgepakt en "rustig meegenomen". Hij heeft haar tas gepakt en in zijn rugzak gestopt. Volgens verdachte heeft het slachtoffer toen wellicht het mes in zijn tas gezien. Omdat verdachte ook nog boven wilde kijken, zijn ze naar boven gegaan. Eerst naar de slaapkamer waar hij een aantal kettingen heeft meegenomen en in zijn broekzak heeft gestopt. Vervolgens heeft verdachte het slachtoffer opgesloten in het andere kamertje en de deur op slot gedraaid. Hij heeft haar horen roepen 'ik word overvallen'. Verdachte denkt wel dat hij ook om haar pinpas heeft gevraagd. 12