ECLI:NL:RBHAA:2012:BY1627

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-700125-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor de duur van twee jaren

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die eerder ter beschikking was gesteld wegens ernstige delicten tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van minderjarigen. De vordering tot verlenging werd ingediend door de officier van justitie op 7 september 2012 en op 10 oktober 2012 behandeld in een openbare raadkamerzitting. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. R.J. Mesland, de getuige-deskundige J. Jellema en de officier van justitie gehoord. De getuige-deskundige heeft een positief advies gegeven over de voortgang van de behandeling van de betrokkene, maar benadrukte dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met slechts één jaar onvoldoende zou zijn gezien de risico's van terugval en de noodzaak voor verdere behandeling.

De rechtbank heeft, op basis van het advies van de getuige-deskundige en de processtukken, geconcludeerd dat de veiligheid van anderen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren vereist. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de gepleegde delicten en de noodzaak voor een adequate behandeling van de betrokkene, die lijdt aan persoonlijkheidsproblematiek en pedofilie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege verlengd met twee jaren. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de betrokken wetsartikelen in acht genomen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Parketnummer: 15/700125-07
Uitspraakdatum: 24 oktober 2012
BESLISSING van de rechtbank, naar aanleiding van de op 7 september 2012 ter griffie van deze rechtbank ingediende vordering van de officier van justitie, welke vordering ertoe strekt dat de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde], (hierna: betrokkene)
geboren op [geboortedatum] te Zandvoort,
thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Dr. S. van Mesdag te Groningen,
zal verlengen met twee jaren.
1. De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank van 26 juni 2008, waarbij betrokkene ter beschikking werd gesteld met voorwaarden, wegens het met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd en met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd. De termijn van terbeschikkingstelling nam een aanvang op 21 oktober 2008;
- de beslissing van deze rechtbank van 3 juni 2009 waarin is bevolen dat de ter beschikking gestelde wegens niet-naleving van de voorwaarden alsnog van overheidswege zal worden verpleegd;
- de beslissing van deze rechtbank van 4 oktober 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd met twee jaren;
- een advies als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 1 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 14 augustus 2012, afkomstig van FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: de kliniek) en ondertekend door R. Pieters, klinisch psycholoog/psychotherapeut en H.J. Beintema, psychiater tevens directeur en plaatsvervangend hoofd van de inrichting, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 2 van het Wetboek van Strafvordering, betreffende de periode 1 juli 2010 tot en met 21 maart 2012.
Op 10 oktober 2012 is de vordering op een openbare raadkamerzitting behandeld. Daarbij zijn gehoord de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. R.J. Mesland, advocaat te Haarlem, de getuige-deskundige J. Jellema, psycholoog in opleiding, en de officier van justitie.
Van het verhandelde op de raadkamerzitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
2. Het standpunt van de inrichting
In genoemd verslag en advies van de kliniek is onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende opgenomen:
Betrokkene is een 42-jarige man bij wie er sprake is van persoonlijkheidsproblematiek, pedofilie van het niet exclusieve type en alcoholafhankelijkheid (in remissie onder toezicht). De persoonlijkheidsproblematiek uit zich onder andere in het beperkte inlevingsvermogen, gerichtheid op de eigen behoeftebevrediging, zich claimend opstellen in het contact en de neiging tot bagatelliseren/externaliseren van zijn delictgedrag.
In het begin van de opname in de kliniek (april 2010) stond bij betrokkene voornamelijk zijn teleurstelling over de omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar dwangverpleging op de voorgrond en was betrokkene in verminderde mate in staat van de behandeling te profiteren, maar daar is een verschuiving in waar te nemen. Ondanks de teleurstelling wordt gezien dat betrokkene zich meer inzet voor de behandeling. Er is minder sprake van weerstand tegen en een minder neerbuigende houding ten opzichte van de behandeling. Deze tendens heeft zich voortgezet en betrokkene zet zich naar vermogen in voor de verschillende therapieën die hij volgt. Februari 2012 is betrokkene gestart met begeleide verloven. Ondanks het feit dat betrokkene zich goed inzet voor de behandeling en hij zichtbaar vooruitgang heeft geboekt, wordt gezien dat betrokkene moeite heeft de geleerde vaardigheden in praktijk te brengen. De komende periode is het belangrijk deze vaardigheden nog meer onder de aandacht te brengen en deze te generaliseren naar situaties buiten de kliniek. De prognose hangt in sterke mate af van betrokkenes inzet voor de behandeling en de manier waarop betrokkene de aangeleerde vaardigheden op termijn daadwerkelijk in de praktijk kan brengen. Dit betekent dat de behandeling van de seksuele, persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek nog enige tijd in beslag zal nemen om het delictgevaar tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Dit zal de periode van twee jaren overschrijden. De risicotaxatie ondersteunt dit advies en geeft aan dat het delictgevaar als matig-hoog wordt ingeschat.
De verwachting is dat betrokkene na de behandeling in de kliniek langere tijd begeleiding nodig zal hebben. De intensiteit, duur en vorm van deze begeleiding is afhankelijk van het resultaat van de behandeling. Geadviseerd wordt dan ook de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaren.
De getuige-deskundige heeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies toegelicht en onderschreven en heeft daaraan - zakelijk weergegeven - toegevoegd dat ook sinds het opgestelde advies d.d. 14 augustus 2012 de stijgende lijn zich heeft doorgezet. Voorts heeft de getuige-deskundige desgevraagd toegelicht dat het verlengen van de terbeschikkingstelling met één jaar te kort zou zijn reeds omdat betrokkene pas begin 2012 is aangevangen met proefverlof. Er is meer tijd nodig om het geboekte succes vast te houden. Betrokkene is geneigd zichzelf te overschatten en te makkelijk over dingen te denken. Voorts is het bekend dat bij toename van de vrijheden waarbij betrokkene het dagelijkse leven zal tegenkomen, het risico bestaat dat hij een terugval krijgt. Verlenging met één jaar zou onrust van betrokkene in de hand kunnen werken en valse hoop kunnen geven.
3. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, gelet op de verklaring van de getuige-deskundige ter zitting, gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor de duur van twee jaren.
4. Het standpunt van betrokkene en zijn raadsman
De raadsman heeft verzocht de verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te beperken tot één jaar. Betrokkene heeft de afgelopen twee jaren laten zien dat er een stijgende lijn in zijn behandeling zit en om betrokkene gemotiveerd te houden zou een toetsmoment over één jaar gewenst zijn. Betrokkene heeft ook de voorkeur voor verlenging met één jaar uitgesproken om zich te kunnen bewijzen.
5. De beoordeling
De rechtbank kan zich verenigen met de hiervoor vermelde conclusies en het advies van de kliniek.
De rechtbank is, gelet op voormeld advies, van oordeel dat de veiligheid van anderen verlenging van de termijn gedurende welke betrokkene ter beschikking is gesteld, vereist. Gelet ook op de toelichting van de getuige-deskundige J. Jellema dat een verlenging van twee jaren nodig wordt geacht, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling met dwangverpleging verlengen met twee jaren.
De rechtbank neemt daarbij voorts in aanmerking dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Met inachtneming van de betrokken wetsartikelen, waaronder artikel 38d en artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht,de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering, alsmede artikel 46 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden, komt de rechtbank tot de volgende beslissing.
6. De beslissing
De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene [terbeschikkinggestelde] voor de duur van twee jaren.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. T. Avedissian, voorzitter,
mr. E.C.M. van Mierlo en mr. H.P. van der Lelie, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.M.A. Richelle,
en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2012.