ECLI:NL:RBHAA:2012:BY1248
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J.A.M. van Brussel
- A.C. Terwiel - Kuneman
- L. Beijen
- Rechtspraak.nl
Weigering tot openbaarmaking van juridische analyse op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 23 oktober 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam over de weigering om een document, de 'juridische analyse', openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had op 1 april 2011 een verzoek ingediend om toezending van dit document, maar het college had dit verzoek afgewezen, stellende dat eiser geen procesbelang meer had omdat hij inmiddels in het bezit was van het document. De rechtbank oordeelde echter dat deze conclusie onterecht was, aangezien het feit dat eiser het document in handen had, niet betekende dat het document openbaar was in de zin van de Wob.
De rechtbank stelde vast dat de juridische analyse was opgesteld ten behoeve van intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen bevatte. Dit betekent dat de inhoud van het document niet openbaar gemaakt hoefde te worden, zelfs niet als eiser het document al had ontvangen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het college en verklaarde het bezwaar van eiser alsnog ontvankelijk en ongegrond. Tevens werd bepaald dat het college het door eiser betaalde griffierecht diende te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van persoonlijke beleidsopvattingen in het kader van de Wob en de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met verzoeken om informatie.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde P.J. Louter, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. J.W.C. van Kleef. De rechtbank heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en tot een gemotiveerde beslissing gekomen.