ECLI:NL:RBHAA:2012:BX0765

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/710817-11
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van zware mishandeling door gebrek aan overtuigend bewijs

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem, is op 21 juni 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware mishandeling. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een persoon genaamd [slachtoffer] door een glas in het gezicht te gooien. De feiten vonden plaats op 2 juli 2011 in Haarlem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de verdachte voor alle ten laste gelegde feiten.

Tijdens de zitting is gebleken dat er weliswaar wettig bewijs aanwezig was dat de verdachte haar dochter tijdens een ruzie een glas in het gezicht heeft gegooid, maar dat het overtuigende bewijs voor deze beschuldiging ontbrak. De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat, hoewel er aanwijzingen zijn dat de verdachte betrokken was bij het incident, de bewijslast niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft daarom, in lijn met de vordering van de officier van justitie en de raadsvrouw, de verdachte integraal vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de vrijspraak is gebaseerd op het ontbreken van overtuigend bewijs, wat essentieel is in het strafrecht voor een veroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/710817-11
Uitspraakdatum: 21 juni 2012
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 juni 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Haarlem,
wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
zij op of omstreeks 02 juli 2011 te Haarlem aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (twee sneden in de (linker)wang, althans blijvend(e) en ontsierend(e) litteken(s)), heeft toegebracht, door deze opzettelijk een glas in/tegen het gezicht te gooien;
Subsidiair
zij op of omstreeks 02 juli 2011 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet een glas heeft gegooid in/tegen het gezicht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer Subsidiair
zij op of omstreeks 02 juli 2011 te Haarlem opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), een glas in/tegen het gezicht heeft gegooid, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde feiten.
4. Vrijspraak
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat hoewel in het dossier het wettig bewijs voorhanden is dat verdachte haar dochter tijdens een ruzie een glas in het gezicht heeft gegooid, op grond van datzelfde dossier en het verhandelde ter terechtzitting het overtuigende bewijs daarvoor niet is geleverd, zodat verdachte van het haar ten laste gelegde integraal dient te worden vrijgesproken.
5. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Snitker, voorzitter,
mr. T. Avedissian en mr. E.C.M. van Mierlo, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.P. de Klerk,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 juni 2012.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.