De feiten
a. ANVR is een vereniging met als doel de belangen van de bij haar aangesloten reisondernemingen te behartigen, welk doel zij onder meer tracht te bereiken door het voeren van juridische procedures ten behoeve van collectieve branchebelangen.
b. Gedaagden hebben zich aangesloten bij de Star Alliance, een samenwerkingsverband van 27 luchtvaartmaatschappijen.
c. Gedaagden zijn voorts aangesloten bij de International Air Transport Association (hierna: IATA), het samenwerkingsverband van internationaal opererende luchtvaartmaatschappijen.
d. De reisagenten die aangesloten zijn bij ANVR, zijn geaccrediteerd bij IATA.
e. Bij brieven van 31 mei 2010 hebben Lufthansa, Swiss Air Lines en British Midland gezamenlijk en Austrian Airlines voor zich aan de afzonderlijke reisagenten meegedeeld dat de lopende agentuurovereenkomsten worden beëindigd per 30 september 2010. Bij die brieven was een voorstel gevoegd om tot een nieuwe overeenkomst te komen. Daarin staat onder meer dat de reisagent vanaf 1 oktober 2010 voor zijn klanten een vlucht kan boeken bij Lufthansa, British Midland, Swiss Airlines respectievelijk Austrian Airlines voor een nettoprijs en dat de reisagent daarvoor geen aanspraak kan maken op commissie.
f. Bij brieven van 11 juni 2010 heeft ANVR aan de genoemde luchtvaartmaatschappijen meegedeeld dat zij het niet eens is met de gehanteerde opzeggingstermijn, dat het achterwege laten van een beloning (provisie) onacceptabel is en dat de reisagenten aanspraak maken op een bedrag aan “goodwill” bij opzegging van de bestaande overeenkomsten. Voorts heeft ANVR meegedeeld dat nog wordt onderzocht of het nieuwe voorstel, waarin de reisagenten geen recht op provisie meer hebben, zich wel verdraagt met de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving en de IATA-resoluties inzake agentuur.
g. Bij brieven van 15 juli 2010 hebben Lufthansa, Austrian Airlines, Swiss Air Lines en British Midland aan de afzonderlijke reisagenten een nieuw voorstel tot overeenkomst gedaan, ingaande op 1 januari 2011. Dit nieuwe voorstel hield onder meer het volgende in:
1. LH, OS, BD en LX [Lufthansa, Austrian Airlines, Swiss Air Lines en British Midland] hebben - middels de brief d.d. 31 mei 2010 - de lopende agentuurovereenkomst tegen de dag van 30 september 2010 opgezegd, én hebben daarbij een nieuwe agentuurovereenkomst aan de Reisagent aangeboden.
2. De Reisagent heeft de - op 31 mei 2010 - aangeboden agentuurovereenkomst, die bij aanvaarding per 1 oktober 2010 zou - kunnen - ingaan, nog niet aanvaard.
3. Partijen beschouwen de in sub 1 hierboven genoemde opzegging én het in sub 2 hierboven genoemde aanbod als nooit gedaan, hetgeen onder andere betekent dat de lopende agentuurovereenkomst als niet-opgezegd wordt beschouwd.
4. LH, OS, BD en LX en de Reisagent beogen in Nederland vanaf 1 januari 2011 een nieuw verkoop- dan wel bedrijfsmodel toe te passen, waarbij rekening wordt gehouden met de marktsituatie waarbij de reisagenten advies en reisbemiddelingsdiensten leveren aan hun klanten-reizigers.
5. In het licht van dit nieuwe bedrijfsmodel zullen LH, OS, BD en LX in Nederland de reisagenten geen commissie meer betalen.
De reisagenten kunnen evenwel nog steeds bij LH, OS, BD en LX tickets verkopen, waarbij LH, OS, BD en LX contractpartijen blijven bij de vervoersovereenkomst.
Daartoe dienen de reisagenten in Nederland een nieuwe contractuele afspraak te maken die op dit punt afwijkt van de traditionele Passenger Sales Agency overeenkomsten.
6. LH, OS, BD en LX zullen bijgevolg vanaf 1 januari 2011 geen commissie aan de Reisagent meer betalen.
7. De Reisagent wenst voor zijn klanten LH, OS, BD en LX vluchten te kunnen boeken, en LH, OS, BD en LX wensen de Reisagent die mogelijkheid te bieden.
BIJGEVOLG WORDT OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1
1. Alle eerdere, nog van kracht zijnde, agentuurovereenkomsten tussen partijen zullen na 31 december 2010 geen rechtskracht meer hebben, omdat zij middels ondertekening van deze agentuurovereenkomst met wederzijds goedvinden per 31 december 2010 worden beëindigd.
2. (…)
3. De in lid 1 genoemde beëindiging met wederzijds goedvinden betekent onder meer dat partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen met betrekking tot alle mogelijke contractuele en wettelijke rechten en plichten die uit de nog van kracht zijnde agentuurovereenkomsten tussen partijen zouden kunnen voortvloeien, (…).
4. Gesteld, niet toegegeven, dat de Reisagent uit hoofde van
a. een opzeggingshandeling van LH, OS, BD en LX dan wel
b. artikel 442 van boek 7 BW,
een vordering jegens LH, OS, BD en LX zou kunnen instellen, dan doet de Reisagent hierbij gaaf en onvoorwaardelijk afstand van dat recht, althans zal de Reisagent dat recht niet op enige wijze uitoefenen dan wel aan een derde overdragen.
Artikel 2
Vanaf 1 januari 2011 kan de Reisagent voor zijn klanten bij LH, OS, BD en LX vluchten boeken voor een bedrag gelijk aan het door LH, OS, BD en LX gehanteerde “netto tarief”, waarbij ook vergoedingen en lasten zijn inbegrepen, hierna te noemen: “Nettoprijs”.
(…)
Artikel 4
1. De Reisagent geeft advies en bemiddelt bij de totstandkoming van de overeenkomst en verricht boekingsdiensten uitsluitend voor zijn opdrachtgevers (de klanten-reizigers), en niet voor LH, OS, BD en LX.
2. De Reisagent kan geen aanspraak maken op commissie, noch enig andere vorm van vergoeding, van LH, OS, BD en LX, voor het boeken van vliegtuigtickets en alle daarmee samenhangende nevendiensten zoals, doch niet uitsluitend “cancellations”, “refund”, “excess baggage”, “MCO” enzovoort.
Artikel 5
1. De contractuele relatie tussen de Reisagent en LH, OS, BD en LX wordt beheerst door de van toepassing zijnde IATA resoluties, waarvan de Reisagent erkent en aanvaardt dat ze deel uitmaken van deze overeenkomst.
Daartoe wordt begrepen het “Passenger Sales Agency Agreement” dat partijen hebben afgesloten (Resolutie 824), doch met uitzondering van
a. artikel 9 van het “Passenger Sales Agency Agreement”en
b. hoofdstuk 9 van IATA Resolutie 814, bijlage “A” (voorwaarden voor de betaling van commissie).
De artikelen 404 tot en met 411, 431 lid 1, 435, 436, 437 lid 1, 442 van Boek 7 Burgerlijk Wetboek gelden niet tussen partijen.
Artikel 6
1. Het staat de Reisagent vrij om van zijn klanten-reizigers een vergoeding te vragen voor zijn werkzaamheden en om de hoogte van de vergoeding zelf te bepalen.
2. (…)
h. Bij brieven van 23 augustus 2010, 27 augustus 2010 en 23 september 2010 hebben respectievelijk United Airlines, Continental Airlines en Air Canada aan de afzonderlijke reisagenten onder meer meegedeeld dat zij met ingang van 1 maart 2011 dan wel 1 april 2011 (Air canada) niet langer commissie zullen betalen voor de verkoop en/of uitgifte van vliegtickets in Nederland.
i. In de brief van United Airlines van 23 augustus 2010 staat onder meer:
“Indien United niet vóór 28 februari 2011 uw voor akkoord ondertekende kopie van deze brief als blijk van uw aanvaarding van deze wijziging heeft ontvangen, geldt deze brief als opzegging van de Agentuurovereenkomst, en zal de Agentuurovereenkomst per 1 maart 2011 eindigen.”
j. Bij brief van 27 augustus 2010 heeft Continental Airlines onder meer het volgende aan reisagenten geschreven:
“We willen u graag ervan in kennis stellen dat Continental Airlines met ingang van 1 maart 2011 niet langer provisie zal betalen voor de verkoop en/of uitgifte van tickets van Continental Airlines in Nederland, noch krachtens bovengenoemde “Agency Agreement” noch krachtens enige andere verkoopovereenkomst.(…) Indien Continental niet vóór 28 februari 2011 het door u ondertekende akkoord met deze brief waarin kennisgeving van de wijziging en de aanpassing wordt gedaan, ontvangt, kan Continental per 1 maart 2011 de deelname van uw bedrijf aan de “Agency Agreement” in Nederland beëindigen.”
k. Bij brief van 23 september 2010 heeft Air Canada onder meer het volgende aan reisagenten geschreven:
“We would like to inform you that Air Canada will no longer pay any commission under the Agency Agreement, or under any other sales agreement, for the sale and issuance of Air Canada tickets in the Netherlands, effective 01 April 2011. (…) In case Air Canada receives your signed acknowledgement of this amendment and re-statement notice letter after 31 March 2011, it will be at Air Canada’s discretion to retain your company as participant in the Agency Agreement in the Netherlands as of 01 April 2011.”
l. Artikel 9 van de “Passengers Sales Agency Agreement” (hierna: PSAA) bepaalt het volgende:
“for the sale of air transportation and ancillary services by the Agent under this Agreement the Carrier shall remunerate the Agent in a manner and amount as may be stated from time to time and communicated to the Agent by the Carrier. Such remuneration shall constitute full compensation for the services rendered to the Carrier.”
m. Artikel 6 lid 1 van de Richtlijn 86/653/EEG luidt als volgt:
“Bij gebreke van een overeenkomst ter zake tussen de partijen en onverminderd de toepassing van de dwingende bepalingen van de Lid-Staten inzake beloningen, heeft de handelsagent recht op een beloning overeenkomstig de in de plaats waar hij zijn werkzaamheden verricht geldende gebruiken bij de vertegenwoordiging van de goederen waarop de agentuurovereenkomst betrekking heeft, bij het ontbreken van dergelijke gebruiken heeft de handelsagent recht op een redelijke beloning waarbij rekening wordt gehouden met alle op de transactie betrekking hebbende elementen.”