ECLI:NL:RBHAA:2012:BV1567

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-700487-11
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige overval op juwelier met vuurwapen en diefstal van sieraden

Op 23 januari 2012 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadige overval op de juwelierszaak Royal Diamonds Amsterdam BV, gelegen op de Zaanse Schans. De overval vond plaats op 30 juni 2011, waarbij de verdachte, hoewel niet fysiek aanwezig, als medepleger werd aangemerkt. Hij had eerder een voorverkenning gedaan en stond klaar met een vluchtauto, uitgerust met een jammer om mobiele communicatie te verstoren. Tijdens de overval werden medewerkers bedreigd met vuurwapens en werden sieraden ter waarde van meer dan € 100.000,- gestolen. De rechtbank oordeelde dat de rol van de verdachte groter was dan die van een medeplichtige, en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de eerdere veroordelingen van de verdachte mee. De uitspraak benadrukt de ernstige gevolgen van gewelddadige misdrijven voor de rechtsorde en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700487-11
Uitspraakdatum: 23 januari 2012
Tegenspraak (artikel 279 Sv)
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 9 januari 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te ([postcode]) [geboorteplaats], [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair:
hij op of omstreeks 30 juni 2011 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en/of juwelen en/of een of meerdere andere goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Royal Diamonds Amsterdam BV en/of [mede-eigenaar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meerdere medewerkers van Royal Diamonds Amsterdam BV (te weten onder meer [medewerker 1] en/of [medewerker 2] en/of [medewerker 3] en/of [medewerker 4] en/of [medewerker 5]), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een of meermalen:
- een of meerdere vuurwapen(s), althans (een) op een vuurwapen gelijkend voorwerp(en), op/aan voornoemde medewerker(s) heeft/hebben gericht en/of getoond en/of
- een of meerdere vitrine(s) heeft/hebben stuk geslagen;
Feit 1 subsidiair:
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1], althans een of meer personen op of omstreeks 30 juni 2011 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en/of juwelen en/of een of meerdere andere goederen van zijn, verdachtes, en/of een of meer van zijn mededader(s) gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Royal Diamonds Amsterdam BV en/of [mede-eigenaar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meerdere medewerkers van Royal Diamonds Amsterdam BV (te weten onder meer [medewerker 1] en/of [medewerker 2] en/of [medewerker 3] en/of [medewerker 4] en/of [medewerker 5]), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een of meermalen:
- een of meerdere vuurwapen(s), althans (een) op een vuurwapen gelijkend voorwerp(en), op/aan voornoemde medewerker(s) heeft/hebben gericht en/of getoond en/of
- een of meer vitrine(s) stuk geslagen,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 30 juni 2011 te Zaandam, gemeente Zaanstad, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door in de nabijheid met een (vlucht)auto gereed te staan.
Feit 2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2011 tot en met 30 juni 2011 te Amsterdam en/of Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto (Audi 4b, kleur grijs) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Feit 2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2011 tot en met 30 juni 2011 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Audi 4b, kleur grijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Uit het requisitoir van de officier van justitie begrijpt de rechtbank dat de officier van justitie de in het onderzoek “11Grande” ingediende vorderingen van de benadeelde partijen niet beschouwt als te zijn ingediend in de strafzaak tegen verdachte, doch enkel in de strafzaken tegen de medeverdachten. De rechtbank volgt de officier van justitie hierin.
4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Ten aanzien van feit 1 primair:
Op 30 juni 2011 wordt de juwelierszaak Royal Diamonds Amsterdam BV, gevestigd op het Zeilenmakerspad 7 te Zaandijk, gemeente Zaanstad, overvallen. De juwelierszaak is gevestigd op het terrein van de ‘Zaanse Schans’, een (zeer) druk bezochte toeristische attractie. Tijdens de overval waren er, zowel in de juwelierszaak als op het terrein van de Zaanse Schans, veel toeristen aanwezig, die - al dan niet direct - op een bepaalde manier getuige zijn geweest van deze overval en de gebeurtenissen daarna, hetgeen bevestigd wordt door de van deze overval gemaakte camerabeelden en foto’s en de diverse getuigen¬verklaringen. De camerabeelden zijn afkomstig van de beveiligingscamera's van genoemde juwelierszaak en van een fotowinkel, gelegen bij de ingang van de Zaanse Schans en de foto's zijn afkomstig van fotografe [fotograaf 1], werkzaam bij de fotowinkel en van de Oostenrijkse toeriste [fotograaf 2].
Op basis van de verklaring van getuige [fotograaf 1] blijkt dat één van de verdachten, een vermoedelijk Marokkaanse man met een grijze sweater, een helm en vermoedelijk ook een petje, (naar later blijkt [medeverdachte 1]) op 30 juni 2011 omstreeks 13.45 uur het terrein van de Zaanse Schans op kwam rijden op een rode BMW motor, die hij daar parkeerde. Op de prints van camerabeelden is daarna te zien dat deze verdachte, gekleed in een grijze sweater en met een baseballpetje op zijn hoofd, in de richting van de juwelierszaak liep, met vlak achter hem twee andere personen (naar later blijkt [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]), in het donker gekleed en met baseballpetjes op hun hoofd. Alle drie verdachten renden vervolgens achter elkaar met gezichtsvermomming/-bedekking de juwelierszaak binnen.
Op het moment dat zij de juwelierszaak binnen waren, sloegen de verdachten met hamers meerdere vitrines, waarin verschillende sieraden en juwelen lagen, kapot. Omdat de juwelierszaak in het afgelopen jaar reeds tweemaal eerder was overvallen hadden de diverse medewerkers die daar werkzaam waren gelijk bij binnenkomst van verdachten in de zaak al het idee dat het om een overval ging en hebben zij op de grond dekking gezocht. Daardoor heeft slechts één van hen, getuige [medewerker 1], gezien dat één van de verdachten een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn rechterhand had en dat hij dit wapen langs zijn lichaam naar de grond gericht hield. Tijdens het naderhand door de politie ingestelde sporenonderzoek is in de juwelier op de grond ter hoogte van de vernielde vitrines een blauw/zwarte vuisthamer van het merk Lux Tools aangetroffen.
Eén van de eigenaren van de juwelierszaak, de heer [mede-eigenaar], bevond zich op het moment van de overval in zijn kantoor op de eerste etage, met een deur open. Plotseling zag hij dat mensen voor de zaak sneller gingen lopen. Op dat moment zag hij op het beeldscherm van het beveiligingssysteem van de juwelierszaak (camerabeelden) twee in het zwart geklede mannen met baseballpetjes op hun hoofd de juwelierszaak binnen komen lopen. Hierop heeft hij direct de overvalknop ingedrukt en heeft hij zijn zaak via de nooduitgang verlaten, om naar zijn auto te gaan, teneinde – op grond van zijn ervaringen van de eerdere twee overvallen – de daders van de overval te kunnen achtervolgen.
Op de (prints) van de camerabeelden van de juwelierszaak is te zien dat omstreeks 13.45 uur de drie verdachten de juwelierszaak binnen kwamen en dat zij binnen diverse vitrines met vuisthamers kapot sloegen en dat één van de verdachten een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn rechterhand droeg en daarmee rondzwaaide. Nadat eerstgenoemde verdachte naar de ingang had gekeken, kennelijk om te controleren of er iemand aan zou komen, is hij weer naar binnen gegaan en heeft hij meegeholpen met het inladen van de buit in twee grote - door hen meegenomen - geruite boodschappentassen. Nadat zij daarmee klaar waren, zijn alle verdachten de juwelierszaak uitgerend. Uit de kapot geslagen vitrines van de juwelierszaak werden door verdachten diverse plateaus met daarop sieraden en juwelen weggenomen met een totale inkoopwaarde van € 123.837,-.
Vervolgens is op de prints van de camerabeelden te zien dat als eerste [medeverdachte 1], de verdachte met de grijze sweater, de zaak uitrende, vervolgens [medeverdachte 2] en als laatste [medeverdachte 3], de verdachte met de rode/witte sportschoenen en een wapen in zijn hand. De laatste twee verdachten droegen elke een van de twee grote tassen, een tas met een groen ruitmotief en een tas met een grijsachtig ruitmotief, met daarin de buitgenomen sieraden. Verdachten liepen richting de gereed staande rode BMW motor. [Medeverdachte 1] ging als eerste voorop de rode BMW motor zitten en de andere twee verdachten gingen achterop zitten. Terwijl zij met z’n drieën op de motor wegreden, kwam aangever [mede-eigenaar] met zijn auto in de buurt van de motor en nadat [mede-eigenaar] door één van de verdachten met een wapen werd bedreigd, vond er een aanrijding plaats tussen de motor en de auto van [mede-eigenaar]. Als gevolg van deze aanrijding kwamen verdachten ten val.
De helm die achter de buddyzit van de motor op de plek van het ongeval is aangetroffen, werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer [SIN-nummer 1]. Deze helm is door de technische recherche en het Nederland Forensisch Instituut (NFI) bemonsterd, SIN-nummer [SIN-nummer 1], en in deze bemonstering is een DNA-profiel verkregen. Dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 1]. De berekende frequentie van het DNA-profiel, ofwel de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel, is kleiner dan één op één miljard. Een van de geruite tassen is hierbij ook op straat terecht gekomen.
Verdachten liepen daarna in de richting van een op het parkeerterrein van de Zaanse Schans staande bestelbus. De chauffeur van deze bestelbus heeft onder bedreiging van een wapen en bedreigende woorden de sleutel van zijn bus afgegeven en, nadat een van de verdachten het portier had geopend, de bus verlaten. Hierop gingen alle verdachten, met de spullen die ze bij zich droegen, de bestelbus in en werd geprobeerd de bestelbus te starten. Toen dat niet lukte, verlieten alle verdachten de bus en renden zij in de richting van een school.
De bestelbus is later onderzocht door de politie. Op de grond van de bus lagen cassettes met sieraden en tussen de bestuurdersstoel en de passagiersstoel lagen een groen geruite draagtas met daarin cassettes met sieraden. Van deze groen geruite draagtas is een bloedbemonstering veiliggesteld onder SIN-nummer [SIN-nummer 2]. In deze bemonstering is door het NFI bloed aangetroffen en hieruit is een DNA-profiel verkregen. Dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 2]. De berekende frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Ook op de portiergreep van de rechtervoorportier van de bestelbus is bloed aangetroffen. Van dit bloed is een monster genomen, welk werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer [SIN-nummer 3]. In deze bemonstering is door het NFI bloed aangetroffen en hieruit is een DNA-profiel verkregen. Ook dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 2]. Ook hier is de berekende frequentie van het DNA-profiel kleiner dan één op één miljard.
Vervolgens renden verdachten in de richting van een andere personenauto, een groene Toyota Starlet, waarin zich een vrouw bevond. De vrouw zag twee mannen op haar af komen rennen, die het raam van haar portier insloegen. Vervolgens werd zij vastgegrepen, werd haar portier opengetrokken en werd zij met geweld de auto uitgetrokken. Even later hoorde zij haar auto wegrijden. Alle drie verdachten zaten in de auto.
De drie verdachten reden in de groene Toyota Starlet, vanaf de Zaanse Schans, in de richting van de openbare weg Pinksterdrie en verder in de richting van de Diederik Sonoyweg. Deze weg gaat op een bepaald moment over in buurtschap Haaldersbroek en vanaf enig punt is het vanwege een wegversmalling en een paaltje niet mogelijk om met een auto verder te rijden. Tijdens deze rit werd de groene Toyota Starlet achtervolgd door politieauto’s. Door de politieagenten werd geschoten op de groene Toyota Starlet. Op enig moment werd er toen geconstateerd dat de voorbanden van de Toyota Starlet lek waren en dat de verdachte die de Toyota Starlet bestuurde, de auto niet meer onder controle had, waarna de auto tegen een bouwhek in de tuin van een in aanbouw zijnde woning tot stilstand kwam. Dit was in het buurtschap Haaldersbroek.
De Toyota Starlet is later onderzocht door de politie. Op de rechtervoorportier van deze auto zat bloed. Van dit bloed is een monster genomen, welk werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer [SIN-nummer 4]. Van het celmateriaal in deze bemonstering is een DNA-profiel verkregen. Dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte [medeverdachte 2]. De berekende frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
De eerste verdachte die de auto uitstapte, had een wapen in zijn hand en richtte dat wapen meteen op de gearriveerde politieagenten. Zowel de eerste verdachte, met een rood T-shirt, als de tweede verdachte, met een grijze sweater, vluchtte te voet weg via de tuinen van aldaar gelegen woningen, richting Haaldersbroek. De derde verdachte, die vervolgens uitstapte, had eveneens een wapen in zijn hand en trachtte ook te voet te vluchten. Geen van de verdachten gaf gehoor aan de waarschuwingen van verschillende politieagenten te blijven staan en de wapens weg te gooien.
[Medeverdachte 1], de verdachte met het grijze vest/sweater, is nadat hij in zijn hiel door een kogel gewond is geraakt in een tuin van een woning aangehouden. [Medeverdachte 2], de verdachte met het rode T-shirt, is op aanwijzing van een bewoner aan de overkant van een sloot en liggend in het gras aangehouden. Verdachte [medeverdachte 3], de verdachte met de rode/witte sportschoenen, - die kennelijk als laatste verdachte de auto verliet - is nadat hij in zijn rug door een kogel gewond is geraakt in de buurt van de auto aangehouden met nog een vuurwapen in zijn hand.
Zoals hiervoor weergegeven, reden de aangehouden verdachten van de overval met de groene Toyota Starlet in de richting van het buurtschap Haaldersbroek waar het vanaf enig punt vanwege een wegversmalling en een paaltje niet mogelijk is om met een personenauto verder te rijden, in de richting van de daar achter gelegen wijken Haaldersbroek en ’t Kalf, gelegen in Zaandam. Met een motorfiets is dit wel mogelijk.
Een buurtbewoonster, wonende op [adres 1], hoorde op 30 juni 2011 omstreeks 13.30 uur in haar woning het geluid van gierende banden. Uit nieuwsgierigheid liep zij naar het keukenraam. Zij zag een grijze auto van het merk Audi, volgens haar een stationwagen, het doodlopende straatje inrijden, aan de zijkant van haar woning. Dat is volgens haar de Loobeek. Zij zag de Audi achteruit inparkeren in een parkeerhaven. Zij zag de bestuurder, een man, tevens de enige inzittende van de auto, uitstappen. Zij zag de man weglopen. Verbalisanten ter plaatse zagen omstreeks 13.45 uur ter hoogte van de Loobeek een Marokkaanse man over de Loobeek lopen. Nadat zij uit hun dienstvoertuig waren gestapt, zagen zij dat de man begon te rennen in de richting van de Loenense Beek. Een andere buurtbewoonster, wonende op de [adres 3], zag op 30 juni 2011 omstreeks 13.45 uur vanuit haar keukenraam een man rennen, vanaf de weg, door de steeg voor haar huis, in de richting van het water. Het is een doodlopende steeg. Op haar aanwijzingen hebben politieagenten gezocht in de achtertuinen van de Loenense Beek. In de achtertuin van de woning aan de Loenense Beek 5 is toen verdachte om 14.05 uur aangehouden. Verdachte lag verscholen onder een bosschage. Eerder genoemde verbalisanten herkenden de verdachte als de man die zij eerder zagen vluchten vanaf de Loobeek.
In de tuin van de Loenense Beek 6 werden een paar handschoenen aangetroffen en veiliggesteld. In de tuin van de Loenense Beek 5 werd een petje aangetroffen. Van de bemonstering van de binnenzijde van de linkerhandschoen, met SIN-nummer [SIN-nummer 5], is door het NFI een DNA-mengprofiel verkregen en van dit DNA-mengprofiel is een DNA-hoofdprofiel van [verdachte] aangetroffen, dat relatief prominent in de bemonstering aanwezig is, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard.
Voormelde grijze Audi, voorzien van het kenteken [kenteken], was niet afgesloten. Op de vloer voor de passagiersstoel lag een hamer, een zogenoemd ‘vuistje’, met een blauwe steel en een zwart metalen hamerkop. Uit forensisch onderzoek is gebleken dat voornoemde moker van het merk Lux-tools was en dat een zijde van de steel bekrast was. De in de juwelier aangetroffen moker was ook van het merk Lux-Tools en blauw/zwart van kleur. Voorts werden in de auto een rode brandblusser en een grote canvastas aangetroffen en in de middenconsole werd een zogenoemde jammer aangetroffen, een apparaat dat het GSM-verkeer kan verstoren. Deze jammer was in werking en in een straal van 10 meter rond de Audi was geen bereik met mobiele telefoons. Bij nader onderzoek van de Audi werd in een grijs tasje van het merk Prada op de vloermat achter de bestuurdersstoel - welk tasje middels een koord kon worden gesloten - nog een moker aangetroffen, soortgelijk aan de moker aangetroffen op de vloer voor de passagiersstoel. In de achterbak van de auto werd onder meer een kinderzitje aangetroffen. De Audi bleek te zijn gestolen (zie feit 2). De eigenaar van de gestolen auto heeft verklaard dat het kinderzitje ten tijde van de diefstal op de achterbank was geplaatst. Verder lagen er ten tijde van de diefstal geen brandblusser en canvastas in de auto.
Uit onderzoek is gebleken dat op de moker die is aangetroffen op de vloer voor de passagiersstoel in de Audi een DNA-mengprofiel werd aangetroffen met SIN-nummer [SIN-nummer 6], waarvan volgens het NFI niet kan worden uitgesloten dat [medeverdachte 1] en [verdachte] de mogelijke donoren zijn van een deel van dat celmateriaal. In de bemonstering van de op de aangetroffen jammer, SIN-nummer [SIN-nummer 7] is een DNA-hoofdprofiel aangetroffen van [naam van broer van verdachte], de broer van verdachte, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard, en zijn DNA-nevenkenmerken aangetroffen van [verdachte] en [medeverdachte 1]. Op het sluitkoord van het grijze tasje van het Prada werd een DNA-profiel aangetroffen van [medeverdachte 2] met een matchkans van kleiner dan één op één miljard.
Een in de juwelierszaak Royal Diamonds Amsterdam aangetroffen en door de overvallers achtergelaten vuisthamer was van hetzelfde merk als de mokers die in de Audi werden aangetroffen en had eveneens een blauw/zwarte kleur. Op de plek waar de hiervoor genoemde rode BMW motor door verdachten werd achtergelaten werd eveneens een vuisthamer aangetroffen.
Verdachte is door vier verschillende verbalisanten uit Amsterdam op een foto herkend, welke foto op 15 juni 2011 is gemaakt op het terrein van de Zaanse Schans, in de nabijheid van de juwelierszaak Royal Diamonds Amsterdam. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat de persoon op de foto duidelijk in zijn gezicht te zien is. Verdachte heeft verklaard dat hij nooit op de Zaanse Schans is geweest. Gelet op voormelde herkenningen merkt de rechtbank deze verklaring aan als kennelijk leugenachtig, afgelegd om de waarheid te bemantelen, en bezigt zij deze verklaring mede tot het bewijs. Kennelijk wil verdachte bemantelen dat hij wel degelijk op 15 juni 2011 op de Zaanse Schans is geweest, teneinde daar een voorverkenning te doen, en dat hij bij de overval betrokken is.
Op grond van de inhoud van de hiervoor weergegeven redengevende feiten en omstandig¬heden, in onderling verband en samenhang beschouwd, is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat tussen verdachte en [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] sprake is geweest van een zodanig nauwe en bewuste samen¬werking, dat geoordeeld kan worden dat zij de overval op de juwelierszaak tezamen en in vereniging hebben gepleegd. Verdachte heeft daarbij - zoals uit het voorgaande volgt - een voorkenner op de Zaanse Schans verricht en op het moment van de overval in de buurt van de plaats van de overval klaargestaan met een (vlucht)auto met daarin een in werking zijnde jammer. Gelet op deze rol gaat de betrokkenheid van verdachte bij de overval verder dan die van een medeplichtige en dient hij naar het oordeel van de rechtbank als medepleger van de overval te worden aangemerkt.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank, anders dan de raadsvrouw van verdachte, geen geloof hecht aan de verklaring van verdachte over zijn aanwezigheid in 't Kalf te Zaandam op 30 juni 2011. Die verklaring, inhoudende dat hij daar door een vriendin is afgezet en dat hij in die wijk een andere vriendin wilde ontmoeten, is niet verifieerbaar, nu verdachte geen gegevens over deze vriendinnen wenst te verstrekken. Voorts heeft verdachte niet afdoende kunnen uitleggen, waarom hij - als hij niks met de overval te maken heeft - voor de politie op de vlucht is gegaan en zich in een tuin heeft verstopt. Ook is verdachte niet op de zitting verschenen om daaromtrent en omtrent zijn aanwezigheid in Zaandam aan de rechtbank meer uitleg te geven. Daarnaast kan verdachte – gelet op de inhoud en de onderlinge samenhang van de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen – naar het oordeel van de rechtbank wel degelijk gelinkt worden aan de Audi, en daarmee aan de overval.
Ten aanzien van feit 2 primair:
In aanvulling op hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1 primair reeds is weergegeven over de Audi met het kenteken [kenteken] – welke overwegingen de rechtbank hier overneemt – overweegt de rechtbank nog het volgende.
De grijze Audi, die van het type 4b was, bleek te zijn gestolen in Amsterdam in de periode van 25 juni 2011 te 22.00 uur tot en met 30 juni 2011 te 8.00 uur. Gelet hierop en nu uit de andere feiten en omstandigheden is gebleken dat de Audi bedoeld was als vluchtauto voor de overvallers van de juwelier en in de auto goederen lagen die ten tijde van de diefstal nog niet in de auto lagen en een kinderzitje, dat daarin wel lag, van de achterbank naar de kofferbak was verplaatst, kan het naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs niet anders zijn dan dat verdachte wist dat deze auto van misdrijf afkomstig was. Daarbij betrekt de rechtbank dat verdachte een connectie met de auto steeds heeft ontkend, aan welke ontkenning de rechtbank gelet op de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 primair geen geloof hecht, en aldus geen verklaring heeft afgelegd over hoe hij in het bezit van deze auto is gekomen.
4.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1 primair:
hij op 30 juni 2011 in de gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en juwelen, toebehorende aan Royal Diamonds Amsterdam BV, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen een medewerker van Royal Diamonds Amsterdam BV, te weten [medewerker 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en zijn mededaders:
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan voornoemde medewerker hebben getoond.
Feit 2 primair:
hij op 30 juni 2011 te Zaandam, gemeente Zaanstad, een personenauto, Audi 4b, kleur grijs, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen aan verdachte onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2 primair:
Opzetheling.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachten hebben zich op klaarlichte dag schuldig gemaakt aan een gewelddadige overval op een juwelierszaak op de Zaanse Schans. De Zaanse Schans is een toeristische trekpleister, waar op het moment van de overval veel toeristen aanwezig waren. Van deze overval, alsmede van de gewelddadige gebeurtenissen daarna, zijn dan ook veel personen getuige geweest.
Drie verdachten zijn vermomd en gewapend de juwelierszaak binnengegaan. De mede¬werkers zagen zich genoodzaakt dekking te zoeken op de vloer, terwijl verdachten met vuisthamers de glazen vitrines kapotsloegen. Nadat voor meer dan € 100.000,- aan sieraden en juwelen was buitgemaakt, zijn verdachten weggerend, waarbij twee van hen een (vuur-) wapen in hun hand hadden. Dit klemt te meer nu ten minste één van deze verdachten in het bezit was van een doorgeladen vuurwapen. De situatie had zeer wel verder uit de hand kunnen lopen.
De gewapende overval moet bijzonder traumatisch zijn geweest voor met name de medewerkers, maar ook voor de omstanders die daarvan getuige waren. De ervaring leert dat slachtoffers van dit soort misdrijven nog langdurig nadelige gevolgen hiervan kunnen ondervinden. Bovendien is er aanzienlijke financiële schade toegebracht aan de juwelierszaak. De juwelierszaak werd voor de derde keer in één jaar tijd overvallen. Het is in deze zaak mede als gevolg van het adequate en onverschrokken optreden van de eigenaar van de juwelierszaak gelukt de daders aan te houden.
Verdachte was feitelijk niet bij de overval aanwezig, maar door zijn rol als voorverkenner en bestuurder van de (vlucht)auto, is hij wel degelijk een medepleger van deze ernstige overval.
Kennelijk heeft verdachte zich daarbij louter laten leiden door de zucht naar geldelijk gewin en heeft hij zich geen enkele rekenschap gegeven van de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers en ook de getuigen.
Het handelen van verdachten heeft de rechtsorde ernstig geschokt en gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving teweeggebracht.
Voorts heeft verdachte zich nog schuldig gemaakt aan de opzetheling van een personenauto.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde komt naar het oordeel van de rechtbank slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur als straf in aanmerking.
De rechtbank neemt bij het bepalen van de duur van deze straf in aanmerking dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie eerder met politie en justitie in aanraking is geweest ter zake van geweldsfeiten, waaronder een (niet onherroepelijke) veroordeling voor een gewapende overval, waarvoor hem een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren is opgelegd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste straf een passende is. De rechtbank zal de eis van de officier van justitie dan ook volgen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 57, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart deze feiten strafbaar.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIER (4) JAREN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de gevangenneming van verdachte, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Fortuin, voorzitter,
mr. S. Jongeling en mr. C.G. Beyer-Lazonder, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L.P. van Os,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 januari 2012.
Mr. Beyer-Lazonder is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.