Uitspraak
Ontstaan en loop van de gedingen
2.Tussen partijen vaststaande feiten
Geschil
Rechtbank Haarlem
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 14 september 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Amsterdam. Eiseres, vertegenwoordigd door T. Ramdajal AA, heeft beroep ingesteld tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffingen, alsook tegen vergrijpboetes die door de Belastingdienst zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen betroffen bedragen van respectievelijk € 3.925 en € 7.614 voor omzetbelasting en € 8.788 en € 28.859 voor loonheffingen over de jaren 2007 en 2008. Eiseres heeft betoogd dat de naheffingsaanslagen onterecht zijn opgelegd en heeft verzocht om vermindering van de aanslagen en vernietiging van de boetes.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft voldaan aan de administratieverplichting en dat de verklaringen van eiseres over de verschillen tussen verloonde en gefactureerde uren niet met objectieve bewijsstukken zijn onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de administratie van eiseres terecht heeft verworpen en dat de naheffingsaanslagen op basis van een redelijke schatting zijn vastgesteld. Eiseres heeft niet aangetoond dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn, waardoor de beroepen ongegrond worden verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de vergrijpboetes terecht zijn opgelegd, omdat eiseres grove schuld kan worden verweten door het niet correct voeren van de administratie. De rechtbank heeft de boete van 25% passend en geboden geacht. De beschikkingen heffingsrente zijn eveneens in lijn met de naheffingsaanslagen en worden gehandhaafd. De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.