ECLI:NL:RBHAA:2011:BU3796
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H.G. Loyson
- C.M. Cichowski-van der Kleijn
- J.G. Tielenius Kruythoff
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne via luchthaven Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 september 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 mei 2011 op Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk ongeveer 1567,7 gram cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de opzettelijke invoer van deze schadelijke stof, die bestemd was voor verdere verspreiding en handel. De rechtbank heeft het verweer van de raadsman, dat de verdachte als 'pakezel' moet worden beschouwd, verworpen. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om van de standaardcategorie af te wijken, gezien de omstandigheden van de zaak en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte ongeloofwaardig geacht, omdat deze op verschillende punten tegenstrijdig en niet verifieerbaar waren. De verdachte had verklaard dat hij de koffer van een vriend had geleend, maar de rechtbank concludeerde dat hij op de hoogte moest zijn geweest van de aanwezigheid van de cocaïne in de koffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen bij het bepalen van de straf.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, in acht genomen bij het nemen van haar beslissing.