Recreatievaart
2.6 Het Plassenschap, het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren, de HISWA en het Watersportverbond betogen dat het nieuwe peil een lagere waterstand tot gevolg heeft die nadelig is voor de watersport en recreatievaart omdat deze ten koste gaat van de bevaarbaarheid. Eisers stellen dat dit grote economische gevolgen zal hebben voor watersportbedrijven. Het Plassenschap voert in dit verband in het bijzonder aan dat als gevolg van de lagere waterstand de vaardiepte onder de bruggen van de doorvaarten die de plassen met elkaar verbinden en in de kleine sluizen die de verbinding met de Vecht vormen, met gemiddeld 10% zal afnemen waardoor veel boten van deze verbindingen geen gebruik meer zullen kunnen maken. De in het Watergebiedsplan aangekondigde maatregelen om een aantal drempels bij bruggen te verlagen en sluizen op diepte te brengen zullen dusdanig kostbaar zijn dat niet onvoorstelbaar is dat het hoogheemraadschap hiervan zal afzien, aldus het Plassenschap. Eisers zeggen voorts nu reeds problemen te ondervinden van de lage waterstand. Een verdere verlaging van het peil is voor hen dan ook niet acceptabel. Ook hebben zij geen vertrouwen in de handhaving door het hoogheemraadschap van geldende peilen.
2.7 De rechtbank stelt vast dat het nieuwe peil (NAP -1.05 m tot -1.20 m) formeel blijft binnen de grenzen die nu op grond van het Plassencontract gelden (NAP -0.95 m tot -1.20 m). Gelet op het in de afgelopen jaren gevoerde praktisch peilbeheer (maximaal NAP - 1.06 m en minimaal NAP - 1.18 m) gaat het feitelijk om een verlaging van het laagste peil met 2 cm ten opzichte van de huidige situatie.
2.8 Partijen zijn het erover eens dat een peil gelegen tussen NAP -1.10 m en -1.15 m optimaal is voor de recreatievaart. Het hoogheemraadschap heeft niettemin het peil in het betreffende peilvak vastgesteld op NAP -1.05 m tot -1.20 m. Met dit nieuwe peil wordt beoogd de vertroebeling van het water in de Loosdrechtse Plassen tegen te gaan, de fosfaat- en sulfaatconcentratie in het water te verminderen en daarmee de waterkwaliteit te verbeteren en de ecologie positief te ondersteunen. Door hantering van het nieuwe peil, zal het inlaten van gebiedsvreemd water zo veel mogelijk beperkt kunnen worden, aldus het hoogheemraadschap, hetgeen bijdraagt aan eerdergenoemde doelstellingen. Gelet op de directe nabijheid van zes Natura 2000 gebieden die voor hun inlaatwater afhankelijk zijn van de Loosdrechtse Plassen is goede waterkwaliteit van groot belang, aldus verweerder. Verweerder hanteert als beleid dat in een situatie als de onderhavige gekozen dient te worden voor een natuurlijk, flexibel peil.
2.9 Niet is aannemelijk geworden dat het nieuwe peil dusdanig nadelige gevolgen met zich mee zal brengen voor de bevaarbaarheid van de plassen dat verweerder niet tot goedkeuring van het nieuwe peil mocht overgaan. Voorts acht de rechtbank niet aannemelijk dat de voorgenomen verdiepingsmaatregelen niet zullen worden uitgevoerd, gelet op hetgeen het hoogheemraadschap ter zitting heeft aangegeven over de financiële dekking voor deze maatregelen. Overigens is een verbeterde waterkwaliteit ook in het belang van de recreatievaart.
2.10 De rechtbank begrijpt de grieven van eisers aldus dat deze met name zijn gericht tegen de wijze waarop feitelijk wordt omgegaan met het waterbeheer en de handhaving van de peilen. Deze grief betreft de uitvoering van de peilbesluiten en kan, wat daarvan verder ook zij, niet tot een gegrondverklaring van het beroep leiden. Overigens begrijpt de rechtbank dat in de naaste toekomst zal worden overgegaan op geautomatiseerd waterbeheer dat, naar de rechtbank begrijpt, naar verwachting een meer precieze handhaving van het peil zal bewerkstelligen.
In dat verband heeft het hoogheemraadschap opgemerkt, zulks in reactie op het betoog van het Watersportverbond, dat ook meerdere peilschalen voor de metingen zullen worden geïnstalleerd. Hetgeen door HISWA is aangevoerd over de situatie in het voorjaar van 2009, toen sprake was van een onwenselijk lage peilstand, dient buiten beschouwing te blijven, nu het gaat om de vaststelling van een nieuw peil.
Mogelijkheid tot afwijking van de in het peilbesluit genoemde peilen.
2.11 In het peilbesluit is voorzien in de bevoegdheid van het dagelijks bestuur om in bijzondere omstandigheden tijdelijk af te wijken van de in het besluit genoemde peilen.
2.12 Anders dan [eiser] en [eiser] ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat deze voorziening (te) onbepaald is. Mede gelet op de op deze bepaling ter zitting gegeven toelichting gaat de rechtbank ervan uit dat de bepaling het karakter van een hardheidsclausule heeft en dat de werking ervan beperkt zal zijn tot uitzonderlijke situaties. Er zijn dan ook geen aanknopingspunten om aan te nemen dat deze voorziening zal leiden tot onevenwichtige situaties ten aanzien van het waterbeheer.
Provinciaal en landelijk beleid
2.13 Het Watersportverbond heeft betoogd dat de peilbesluiten in strijd zijn met het Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2011 en de beheerplannen rond Natura 2000. Dit betoog is niet met argumenten onderbouwd en treft reeds hierom geen doel.