ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ4353

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
19 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11 - 1577
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij invordering verbeurde dwangsom

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 19 april 2011 een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die bezwaar had gemaakt tegen de invordering van een verbeurde dwangsom van € 1500,-. Deze dwangsom was opgelegd omdat de verzoeker niet had voldaan aan een lastgeving van 17 augustus 2010, waarin hem werd gelast om de strijdigheid met het bestemmingsplan ‘IJmuiden-Noord’ op te heffen. De lastgeving vereiste dat de verzoeker het bedrijfsmatig verstrekken van drank en maaltijden voor gebruik ter plaatse op zijn perceel beëindigde. De dwangsom was gesteld op € 1.500,- per dag dat de overtreding voortduurde, met een maximum van € 15.000,-.

De voorzieningenrechter overwoog dat de last onder dwangsom in rechte vaststond en dat de verzoeker op 8 februari 2011 door toezichthouders was betrapt op het niet naleven van deze last. De toezichthouders hadden meer dan één tafel en meer dan vijf stoelen aangetroffen, wat in strijd was met de opgelegde voorwaarden. De verzoeker had ter zitting erkend dat hij geen gehoor had gegeven aan de last. Hierdoor was de dwangsom van rechtswege verbeurd.

De voorzieningenrechter benadrukte dat het algemeen belang gediend is bij handhaving van de wet en dat de verbeurde dwangsom door het bestuursorgaan dient te worden ingevorderd, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit verhinderen. De door de verzoeker aangevoerde financiële omstandigheden werden niet als zodanig bijzonder beschouwd dat het bestuursorgaan zou moeten afzien van invordering. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, waarbij hij opmerkte dat de verzoeker een betalingsregeling kon treffen.

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, en het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak is opgemaakt door de griffier en de voorzieningenrechter.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 11 - 1577
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 april 2011
in de zaak van:
[naam verzoeker]
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Velsen,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. W.J.A.M. van Brussel, voorzieningenrechter, en mr. J.K. N'Daw, griffier.
Zitting: 19 april 2011
Verschenen: Verzoeker in persoon. Verweerder is vertegenwoordigd door R. Lehman, werkzaam bij de gemeente Velsen.
Bij besluit van 16 februari 2011 heeft verweerder beslist tot invordering van de verbeurde dwangsom van € 1500,- nu niet (volledig) aan de lastgeving van 17 augustus 2010 is voldaan.
Tegen dit besluit heeft verzoeker bij brief van 22 maart 2011 bezwaar gemaakt.
Daarbij is tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 23 maart 2011 heeft verweerder de effectuering van het invorderingsbesluit van 16 februari 2011 opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan.
Bij mondelinge uitspraak van 19 april 2011 heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
Bij besluit van 17 augustus 2010 heeft verweerder verzoeker gelast de strijdigheid met artikel 29 van het bestemmingsplan ‘IJmuiden-Noord’ vóór 30 augustus 2010 op te heffen. Deze strijdigheid kan worden opgeheven door het bedrijfsmatig verstrekken van drank en maaltijden voor gebruik ter plaatse op het perceel [perceel] te [plaats] te beëindigen en beëindigd te houden. Dit kan door tafels en stoelen te verwijderen en verwijderd te houden. Het plaatsen van maximaal 5 stoelen en één (klein) bijzettafeltje voor wachtende gasten is toegestaan. De dwangsom is gesteld op € 1.500,- per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 15.000,-.
Vast staat dat de last onder dwangsom van 17 augustus 2010 in rechte is komen vast te staan. Gelet hierop dient de voorzieningenrechter bij zijn beoordeling uit te gaan van de juistheid hiervan.
Op 8 februari 2011 is door twee toezichthouders van de afdeling Vergunningen en Uitvoering van de gemeente Velsen geconstateerd dat verzoeker niet (volledig) aan de lastgeving heeft voldaan. De toezichthouders hebben meer dan één tafel en meer dan 5 stoelen ter plaatse aangetroffen. Een foto van de aangetroffen situatie bevindt zich in het dossier. Voorts heeft verzoeker ter zitting erkend dat hij geen gehoor heeft gegeven aan de opgelegde last. Gelet hierop is de dwangsom van € 1500,- van rechtswege verbeurd.
Het algemeen belang is slechts gediend bij handhaving die ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt. In geval van een last onder dwangsom, waarvan de dwangsom is verbeurd, betekent dit dat de verbeurde dwangsom ook door het bestuursorgaan dient te worden ingevorderd. Slechts in bijzondere omstandigheden kan van het bestuursorgaan worden gevergd geheel of gedeeltelijk af te zien van de invordering. Het ligt op de weg van de overtreder om dergelijke omstandigheden onder de aandacht van het bestuursorgaan te brengen.
De door verzoeker aangevoerde financiële omstandigheden zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet zodanig bijzonder dat zij verweerder nopen tot geheel of gedeeltelijk afzien van invordering van de verbeurde dwangsom. Hierbij is in aanmerking genomen dat verweerder ter zitting heeft aangegeven dat verzoeker een betalingsregeling kan treffen.
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
griffier voorzieningenrechter
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.