ECLI:NL:RBHAA:2011:BP5698
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. van Santen
- J.W.H.G. Loyson
- J. Candido
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in cocaïnehandelzaak wegens onvoldoende bewijs
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Haarlem op 20 januari 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen en afleveren van cocaïne in de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 augustus 2008. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belastende verklaringen van getuige [getuige 1] niet voldoende steun vinden in het verhandelde ter terechtzitting en de processtukken. De verklaringen van getuige [getuige 2] en getuige [getuige 3] zijn eveneens als verklaringen van horen zeggen gekwalificeerd, die terug te voeren zijn op de verklaring van getuige [getuige 1]. Hierdoor is er onvoldoende wettig bewijs om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het bewijs dat een verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, niet uitsluitend kan steunen op de verklaring van één getuige. De rechtbank heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Tevens heeft de rechtbank het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van drie jaren geëist, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie.
De uitspraak is gedaan na openbare terechtzittingen op 24 november 2008, 21 juni 2010, 19 november 2010 en 6 januari 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de tenlastelegging verbeterd waar nodig, zonder dat dit de verdachte in zijn verdediging heeft geschaad. De zaak is behandeld door een meervoudige strafkamer, en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.