ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9243
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis inzake voortzetting arbeidsovereenkomst voorzitter College van Bestuur na arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 15 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst van een voorzitter van een College van Bestuur, die volledig arbeidsongeschikt was geraakt door een herseninfarct. De werknemer, aangeduid als [A.], had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van één jaar, aangeboden 'bij wijze van proef'. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigde na het verstrijken van de bepaalde tijd, en dat de werknemer het risico had aanvaard dat de overeenkomst niet verlengd zou worden.
De werknemer stelde dat hij op grond van redelijkheid en billijkheid recht had op voortzetting van de arbeidsovereenkomst, maar deze stelling werd door de kantonrechter verworpen. De rechter benadrukte dat redelijkheid en billijkheid niet als zelfstandige grondslag voor de vordering konden dienen. De werkgever, de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland (SVOK), had niet in strijd gehandeld met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet had hoeven verlengen, gezien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer en de noodzaak voor SVOK om de continuïteit van het bestuur te waarborgen.
De kantonrechter wees de vorderingen van [A.] af, inclusief de meer subsidiaire vordering tot schadevergoeding, omdat er geen causaal verband was aangetoond tussen het handelen van SVOK en de door [A.] gevorderde inkomensschade. De rechter oordeelde dat SVOK tijdig had geïnformeerd over het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst en dat de werknemer niet had aangetoond dat hij schade had geleden door het handelen van SVOK. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.