ECLI:NL:RBHAA:2010:BO0958
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- G.W.S. de Groot
- Rechtspraak.nl
Geldigheid van ontbindende voorwaarde in arbeidsovereenkomst bij niet behalen diploma
In deze zaak gaat het om een kort geding tussen eiser en zijn werkgever, Tata Steel IJmuiden B.V., over de geldigheid van een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst van eiser. Eiser had een arbeidsovereenkomst die was aangegaan onder de ontbindende voorwaarde dat hij binnen twee jaar een diploma van een beroepsopleiding zou behalen. Deze termijn is door de werkgever twee keer verlengd, maar na 3,5 jaar was eiser er nog steeds niet in geslaagd het diploma te behalen. De werkgever heeft vervolgens de arbeidsovereenkomst van rechtswege beëindigd, wat eiser betwistte.
De kantonrechter oordeelt dat het intreden van de ontbindende voorwaarde niet afhankelijk was van het subjectieve oordeel van de werkgever. Eiser heeft zelf de situatie gecreëerd die noodzakelijk was voor het intreden van de ontbindende voorwaarde door niet binnen de gestelde termijn het diploma te behalen. De kantonrechter concludeert dat de ontbindende voorwaarde geldig is en wijst de vordering van eiser tot doorbetaling van loon af.
De procedure begon met een dagvaarding op 21 september 2010, gevolgd door een mondelinge behandeling op 6 oktober 2010. Eiser vorderde betaling van zijn loon vanaf 1 juni 2010, maar de kantonrechter oordeelde dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtmatig was. De rechter benadrukte dat de opleiding VAPRO A noodzakelijk was voor de functie van eiser en dat Tata Steel voldoende mogelijkheden had geboden om de opleiding te voltooien. De vordering van eiser werd afgewezen en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.